- 135 -
Jacob. Vader is visser en werkt ook in het zee
wier. Het dijkbestuur verpacht in die tijd stukjes
van de dijk aan wiervissers. Daar mogen zij het
losgeslagen wier dat aanspoelt verzamelen. Jan
Smit pacht een stukje van de dijk dat achter het
paalscherm bij Noordstroe ligt. Hij moet dan het
zware losse wier eerst over het paalscherm heen
werken, voor hij het op zijn stukje dijk kan bren
gen en dan zijn eigendom mag noemen.
Het huis van de familie Smit heeft een lang pad
naar de Nieuwstraat, dat over het erf van de
buren loopt. Daar woont buurvrouw Geertje
Sprenkeling. Zij was getrouwd met Pieter Klein,
een broer van Jan Klein de aannemer. Geertje
werd jong weduwe toen Pieter stierf. Zoals zo
vaak gebeurde, begon Geertje in haar huis aan
de Nieuwstraat een winkeltje, waar zij kruide
nierswaren verkocht. Haar tweede huwelijk was
met Cornelis Russelman. Hij is wierhandelaar
en bouwt achter het huis een wierschuur, die er
nog steeds staat. Neeltje groeit op en is kind aan
huis bij buurvrouw Geertje, die kinderloos bleef.
Neeltje noemt haar tante Geertje en beschouwt
haar als een tweede moeder.
Er is in haar jeugd weinig vertier op het eiland.
Bertus de Haan (van de bioscoop), is een vriend
van de broers van Neeltje. Hij heeft een tover
lantaarn en geeft daarmee voorstellingen in de
stal bij zijn vrienden Smit. Een toverlantaarn is
te vergelijken met de huidige diaprojector. Voor
Neeltje onvergetelijke middagen, als zij als vijf
jarige naar de prachtige plaatjes uit andere delen
Neeltje Smit
van de wereld kijkt. Zij neemt zich voor om dat
met eigen ogen te gaan zien en zodra de korte
Afsluitdijk in 1926 enigszins begaanbaar is, is zij
de eerste die met haar fiets door de bagger ploe
tert om eens in van Ewijcksluis te gaan kijken.
Later zullen vele reizen door binnen- en buiten
land volgen.
Het ouderlijk huis moet in de crisisjaren worden
verkocht en het gezin gaat in de Belt wonen. In
1928 trouwt Neeltje met Pieter Doesburg, zoon
van kleermaker Hendrik. Pieter is visser en vaart
samen met zijn zwagers Simon en Jacob Smit
op hun aakWR 72. De buren Russelman heb
ben het huis gekocht en zij laten er een stukje
aanbouwen waar het jonge paar kan wonen. In
Neeltjes eigen geboortehuis worden nu ook haar
kinderen Henk en Jeanne geboren.
Het huis is het boerderijtje van opa Simon Smit
geweest en er hoort een stukje land bij tot aan de
Heldersestraat, toen nog een smal zandpad. In
de oorlog wordt een stuk van het land door het
Duitse gezag onteigend om er huizen te bouwen
voor evacués uit Den Helder. Op het overgeble
ven land houden Piet en Neeltje voor eigen ge
bruik een paar koeien en schapen. Neeltje spint
van de wol garen, die ze zelf met natuurlijke stof
fen verft. Zo kan ze zelf voor gebreide kleding
zorgen. Schoonvader Hendrik heeft in zijn kleer
makerij stoffen, waar ze kleren van naait. Ze on
derhoudt ook een grote moestuin, de paling die
Piet vangt rookt ze en ruilt ze voor schoenen en
andere schaarse producten. Zo is er voldoende
voedsel voor haar gezin en de vier onderduikers
die ze in huis hebben genomen. Daarbij een jood
se vrouw en een buurman die door de Duitsers
wordt gezocht voor sabotage op de Rijkswerf. Dit
brengt extra werk en ook gevaar met zich mee,
maar Pieter en Neeltje vinden het vanzelfspre
kend om te helpen.
Neeltje heeft een brede belangstelling, zij is een
zelfstandige vrouw. Ook in de oorlog wil zij zo
normaal mogelijk leven. Ze gaat met de kinde
ren met vakantie, op de fiets naar het Gooi, met
Jeanne bij haar achterop. Onderweg bezoeken ze
bezienswaardigheden en leert ze de kinderen oog
te hebben voor cultuur. Ze gaat ook aan haar al
gemene ontwikkeling werken. Ze had na de la
gere school graag willen doorleren, maar op het
eiland kon dat niet. Nu geven de onderwijzers
Middenstandscursussen, die ze met succes gaat
volgen. Naast het huishouden is ze graag bezig
met tuinieren, handwerken en kleding naaien.
Zo wordt ze een goed voorbeeld voor haar kin-
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 22e jaargang nr. 4 - 2010