AMEN MET "HET SCHEERMES" KIJKEND OVER DE WADDENZEE...
45
door A. Korevaar-ten Caat
Het zal omstreeks het jaar 1943 zijn geweest, dus in de oorlog en ik was toen een meisje van ongeveer 15
jaar. Ik herinner mij nog dat het prachtig weer was midden in de zomer en het was zondag. Die morgen
stond ik voor de kast nog in mijn onderjurk om mijn speciale zondagse jurk er uit te nemen, lang hoefde
ik niet te zoeken want ik had de keus uit één stuks, mijn wijnrode jurk. Ik zie hem na al die jaren nog
zo voor me, het was de mooiste jurk die ik bezat en hij werd alleen zondags gedragen, daar wasje zuinig
op, zo ging dat toen nog.
Het was alleen jammer dat hij
zo snel kreukte, het was een
oorlogsproduct en van slechte
kwaliteit, iets beters was niet te
krijgen, ettelijke keren werd hij
weer gestreken. De strijkbout
was bijna eerder versleten dan
de jurk. Ik zal later ook nooit
meer een kledingstuk zo vaak
gedragen hebben als die wijnro
de voddenbaal, vandaar dat hij
nog zo goed in mijn geheugen
zit gegrift.
En dan niet te vergeten de
mooie witte kniekousen met
een mooi rood pluimpje aan de
zijkant, de grote mode van toen,
met mooie ingebreide kabeltjes,
ook nooit meer te vergeten. Zie je het voor je, de
wijnrode jurk met witte knie kousen, dat was ik
dus, mijn outfit! En ik was er heel tevreden mee,
we liepen allemaal in een soort gelijk surrogaat-
kleding rond en wisten niet beter. En ondanks alle
schaarste waren we netjes gekleed.
Het was dus zoals ik al vertelde een mooie zondag
en wat er die zondag gebeurde, dat wil ik eigenlijk
vertellen en mijn kleding heeft er totaal niets mee
te maken, maar in mijn herinnering kwam het in
een flits naar boven, daardoor dwaal ik even af.
Trouwens ik las pas noch een mooie spreuk wat
wel van toepassing is, hier komt hij.
Wie van herinneringen kan
genieten, leeft twee keer
Dus zodoende! In de oorlogsjaren was er voor de
jeugd niet veel te doen. 's Avonds was er wel dan
sen, maar in de middag was er niets. We vermaak
ten ons alleen met rondjes om het dorp te lopen en
zo andere meiden en jongens te ontmoeten en met
elkaar plezier te maken. Mijn vriendin en ik waren
die bewuste zondag ook aanwezig en natuurlijk al
lebei met witte kniekousen! Ja sorry, ik kan het niet
Albertje ten Caat, geboren 7 januari 1928,
foto gemaakt 21 oktober 1943
laten om dat nog eens te noe
men.
Op een gegeven moment had
den we een gezellige groep ge
vormd en zoals dat gaat met
een stelletje puberende meiden
hadden we al snel de slappe lach
en we giechelden om de flauw
ste grappen die de ronde deden.
Waardoor wij de aandacht trok
ken, door de juist passerende
Duitse militairen, jonge jongens
die wel oog hadden voor mooie
meisjes, want mooi waren we!
Vooral door de heldere witte
knie... Nee, laat ik het daar nou
maar niet meer over hebben.
Maar ik kan wel zeggen dat we
heel erg overmoedig waren en
heel dapper nu we met een grote groep bij elkaar
stonden, naar ons gevoel konden we de hele we
reld aan
Het gevoel van Eendracht maakt macht! Ja, dat
gevoel dat bedoel ik nou. Door de slappe lach
stemming hadden we veel zin om de militairen
een beetje te jennen zo als je dat noemt en dat
gebeurde in flinke mate. Ik zag al dat er één bij
was die een stuk ouder was dan de rest en niet erg
vriendelijk uit zijn ogen keek. En, duidelijk geïr
riteerd was door ons gedrag. Ik keek hem zoals ik
mij herinner recht in zijn ogen, waarschijnlijk een
beetje te brutaal naar zijn zin. Had ik dat nu maar
niet gedaan, want op die manier lokte ik het pro
bleem uit waar ik later spijt van had. Maar je bent
jong en onervaren en beseft niet waar je mee bezig
bent. De schrik zat er goed in toen hij recht op mij
af kwam en mij te kennen gaf dat ik mijn Ausweis
aan hem moest af geven. De manier waarop hij
mij aansprak loog er niet om. Met trillende han
den zocht ik het gevraagde papiertje in mijn tasje
en overhandigde het aan hem. Van het zo dappere
meisje was toen niets meer over en de slappe lach
was als sneeuw voor de zon verdwenen. Het liefst
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Höègte" - 22e jaargang nr. 2 - 2010