E ZILVERSCHAT VAN WlERINGEN
- 31 -
door Ing. H. van der Haven
In Wieringen is een zilverschat van zilveren munten gevondenbegraven in de grond, die gedateerd
wordt omstreeks 850jaar n.C. Een dergelijke verberging heeft in spannende tijden en oorlogen meer
plaats gevonden in ons land, zelfs nog in de Napoleontische tijd. Het bijzondere roet de genoemde
zilverschat is dat kort voor 850 de Vikingen twee invallen in Friesland, inclusief Wieringen, hebben
gedaan.
het bergriviertje de Fulda in Thiiringen, Duits
land en gesticht in 744 n.C., door Bonifatius,
aartsbisschop van de Friezen.
De inkomsten van onder andere de Schepenban
ken, werden jaarlijks door rondreizende mon
niken opgehaald
zoals ook later in
de Grafelijke tijd
door notari van
de Graven werd
gedaan roet de
inkomsten van
riviertollen, enz.
Het is bekend
dat door bewo
ners van Wierin
gen ook schen
kingen van grond
eigendommen
aan het klooster
Fulda zijn ge
daan. We kunnen
ODS voorstel
len dat de be
heerders van de
Schepenbank op
Wieringen bij de
inval van de Vi
kingen roet een
strijd mogelijk
op leven en dood
voor ogen, de
zilverschat vlug
hebben begraven om niet in handen de rovers te
laten komen. Kennelijk hebben zij de inval van
de Vikingen niet overleefd of hebben de schat
niet meer terug kunnen vinden.
Interessant is nog dat de zilverschat is gevon
den nabij de plek waar in historische tijden de
rechtspraak door de priester/leider werd gedaan
en waar zeer waarschijnlijk ook de Schepenbank
zitting heeft gehouden.
Er is discussie over wie deze schat zou hebben be
graven, iemand van de eigen bevolking van Wie
ringen of een Viking. Het toeval wil dat de waar
de van de schat in die tijd voldoet aan de som die
aan de Schepenrechtbank moest worden betaald
voor een dood
slag, maar ook
een Viking zou
deze buitgemaak
te schat kunnen
hebben begraven
om daarna elders
voort te gaan met
zijn roverij.
Keizer Karei de
Grote heeft de
bestaande wetten
laten herschrij
ven en verdere
beschaving be
vorderd, onder
andere de recht
spraak door een
priester/leider te
vervangen door
een zogenaamde
Schepenbank be
staande uit drie
personen. De in
komsten van deze
Schepenbanken
waren bestemd
voor de keizer en
die werden in deze tijd daartoe afgedragen aan
de kloosters.
Na de terugtocht van de Romeinen uit West-Eu
ropa omstreeks 410 n.C. werden roet de uitbrei
ding van het christendom kloosters gesticht die
onder andere tot taak kregen de goederen van de
keizer in hun gebied te beheren voor hem. Het
gebied van Friesland, inclusief de eilanden, res
sorteerde onder het klooster Fulda gelegen aan
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 22e jaargang nr. 1 - 2010