De ramp op de Zuiderzee,
- 29 -
"Ondanks de zeer slech-te omstandigheden had
Dinkla de reis aanvaard
Het schip zonk zeer snel. Geert Dinkla kon
het touw grijpen van de reddingssloep die
achter het schip meevoer. Hij moest mach
teloos toezien hoe zijn vrouw en kinderen
een voor een verdronken.
Andere schippers, die het ongeval hadden
gezien, gooiden een touw naar de loods De
Vries, die zich zwemmend boven water had
gehouden. Hij greep de lijn.
"Van Tijzele?t (een van de te hulp gekomen
schippers, red.) riep hem nog toe vol te houden,
doch de ongelukkige, volkomen uitgeput, riep te
rug: 'Ik laat maar los, ik kan het niet meer hou
denToen zonk het achtste slachtoffer voor de
ogen van Van Tijzelen naar de diepte
Over Geert Dinkla:
"Hij verklaarde, tenminste dit kan men uit de
woorden die de ongelukkige, radelooze man uit,
opmaken, dat er niet eens tijd zoas om de nood
vlag te hijschen. Hij is zoolang bij een scheepsbe
vrachter te Lemmer binnengebracht en is sprake
loos van ontzetting en wanhoop. Dinkla behoort
tot de armste der schippers en hij moest zelfs in
den afgeloopen winter bedeeld worden
Voor Geert Dinkla was de nachtmerrie nog
lang niet voorbij. Als eerst werd zijn vrouw
gevonden.
r 4 Mei. Door ee"/'jonden en
Tan tóer. drijven.ie g v3,n de
zee, niet „iv^er aangebracht zo0als x»eö
UedenaTond Maer qmokU, die, aw d l
vrouw van s P tinderen. komen is
weet, raet hure AprlV °m?®artuig De
Uit de Leeuwarder
Courant van 6 mei 1909
Op het krantenknipsel hier rechts de aankondiging
van de oprichting van het Ramp Dinkla Fonds
De Leeuwarder Courant van 12 mei 1909:
Schipper G. Dinkla
De zwaarbeproefde schipper Dinkla, van Ten
Boer, wiens geheele huisgezin, zooals men
weet, bestaande uit vrouw en zes kinderen,
den 20en April nabij Lemmer in de golven
is omgekomen, heeft dezer dagen opnieuw
vele beproevingen moeten doorstaan, als hem
bericht was, dat voor en na in verschillende
plaatsen de lijken der zijnen aangebracht wa
ren. Verleden Donderdag leidde hij zijn vrouw
te Lemmer grafwaarts; twee dagen later was
hij te Enkhuizen, waar de lijken van twee zij
ner kinderen waren aangebracht. Zondag was
de arme schipper te Urk, waar zijn 3-jarig
dochtertje Eberdina werd begraven en giste
ren moest hij weer op Wieringen het vierde
kind (Rikzelina, red.) in de groeve zien neder
dalen. Nog worden vermist de lijkjes van twee
zoontjes, van 5 en 7 jaren.
in de nabijheid van onze hayen, waarbij S
menschen verdronken, heeft'allen, die er van
hoorden, diep getroffen en vervuld van een innig
medelijden met den schipper DINKLA, die in
een oogenblik al de zijnen en ook al het zijne
verloor, en met den loods de VRIES, die zoo
jammerlijk omkwam en een groot huisgezin
onverzorgd achterliet.
Moet hier niet iets gedaan worden?
H. M. de Koningin ging ons voor met de
betuiging harer deelneming en met de vraag of
hier ook iets noodig was tot leniging van den
eersten nood.
Laten wij volgen. Laat het gevoel van mede
lijden door een daad van medelijden worden
gevolgd.
Ondergeteekenden wekken allen, die dit lezen,
op, eene gave af te willen zonderen en die te
zenden aan het adres van den laatstonderge-
teekende.
Lemmer, April 1909.
H. LUIKING, burgemeester.
A. de GEUS, Ger. predikant.
Mr. J. ten BOKKEL HUININK,
kantonrechter.
W. C. MOLLERUS, Rijksontvanger.
S. SPANNENBURG, notaris.
P. van ANDRINGA, gemeente-ontvanger.
T. W. WEGENER SLEESWIJK,
houthandelaar.
E. DIJKSTRA, deurwaarder.
W. PROPSMA, winkelier.
D. ZOETE, Ned. Herv. predikant.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Höógte" - 22e jaargang nr. 1 - 2010