- 18 -
De watergeuzen waren door honger tot zeeroof
vervallen, daarbij kerken en kloosters plunde
rend en de bevolking rantsoenerend. In de zomer
van 1570 deden zij ook een inval op Wieringen.
In het algemeen gedroegen de ruwe zeelieden
zich op hun rooftochten brutaal en werden zij
door de bevolking gevreesd. Eind januari 1572
lag een tiental kapers in hetVlie met Treslong als
commandant. En
kele kapiteins, ook
Eelsma, waren wel
op de vloot maar
commandeerden
geen eigen schip.
Zij hadden negen
prijzen bij zich.
Ongeveer 20 an
dere kapers maak
ten de Zuiderzee
onveilig, maar een
aantal van hen
zeilde spoedig
naar de Engelse
kust om zich bij
de hoofdmacht
van de watergeu
zen aan te sluiten.
Een tweetal sche-
pen ging voor de Texelse kust in het ijs ten onder,
waarbij meer dan 20 manschappen omkwamen.
De historicus dr. J.C.A. de Meij schrijft in zijn
proefschrift 'De Watergeuzen en de Nederlanden
1568-1572':
"Ook Treslong kwam in grote moeilijkheden:
met de schepen van Jelte Eelsma en Pieter Si-
monsz Meyns raakte hij begin februari vast in
het ijs voor Wieringen. Pieter Simonsz had kort
daarvoor een landgang ondernomen en Schoorl
belaagd; hij voerde een vijftal inwoners met zich
mee naar Wieringen, die een losgeld van 11.000
gulden moesten opbrengen. Toen de bewoners
van Wieringen dit vernamen waren zij veront
waardigd en ook Treslong vond het tegen "alle
recht ende billicheyt" voor vijf boeren zulk een
bedrag te vragen, het hele dorp was nog niet zo
veel waard. Er ontstond een hevige ruzie tussen
de kapiteins, maar tenslotte kwam men overeen
7000 gulden te eisen. Deze kapitein Simonsz
schijnt een woest heerschap geweest te zijn; de
baljuw van Zijpe die hem bij de landgang ook
in handen viel, werd in koelen bloede vermoord.
Toen de Wieringers, na enkele weken geduld te
Oorlogsschip uit 1560. De wa
tergeuzen gebruikten grote vis
sersboten en koopvaardijschepen
die snel en wendbaar waren. Ze
moesten sterk genoeg zijn om
kanonnen aan boord te kunnen
dragen zonder dat het schip aan
wendbaarheid verloor
hebben dat de Watergeuzen op hen teerden, hun
aanwezigheid eindelijk beu waren en in dichte
drommen de vastgevroren schepen dreigend na
derden, vlogen Simonsz en een deel van zijn volk
"mit een dollen gemoet" op de boeren in. Deze
roekeloze daad moesten hij en zeven anderen
met de dood bekopen. De Wieringers, bemoe
digd door dit succes, keerden zich vervolgens
tegen Treslong, maar deze wist hun aftocht te
bewerken door de belofte dat een ieder van zijn
manschappen, die de boeren enige overlast zou
doen, onmiddellijk gedood zou worden."
Daarna werden de vijandelijkheden gestaakt.
'Eind 1571- begin 1572 bestond er tussen de
Watergeuzen die onder de kust lagen en de be
volking een soort "modus vivendi" - er is een be
richt dat zij betaalden voor het voedsel dat ze van
de inwoners namen. De boeren van Wieringen
bewaakten maart 1572 zelfs de in het ijs vast-
■igZLp
Het vrije Holland en Zeeland in 1572. Amsterdam,
Utrecht, Goes, Middelburg en nog een paar andere steden
blijven koning Philips trouw.
Medambiik
Alkmaar*
Hoorn
Beverwij K Pu
Haarteii.
JAmsteïdam
Waarden'
s-Gravüföande'i*
Goederccdc© 5ZB
Bföuwcrshtivet
yy ZaK bommel
's-Hertog
Geert ruidertberg
(eïöurgrS
Bergen op Zoom
I Arncnnjicfon
Antwerp*
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 22e jaargang nr. 1 - 2010