- 13 -
was tot opstand was Hendrik van Brederode, ge
volgd door stadhouder Willem van Oranje, diens
broers Lodewijk, Adolf en Hendrik van Nassau
en ongeveer 200 andere edelen. Zij richtten in
1565 het Eedverbond der Edelen op met als doel
het afschaffen van de Inquisitie. Op 5 april 1566
organiseerden Oranje en zijn vrienden van het
Verbond een optocht naar het paleis van de land
voogdes om haar een verzoek (Smeekschrift) te
overhandigen om de godsdienstverordeningen
te verzachten. Daar werden de edelen door haar
naaste medewerker bespot en "gueux" (bede
laars) genoemd. De volgende dag verhief Hendrik
van Brederode het woord Geuzen tot partijnaam
voor de rebellen. De bevolking steunde de edelen
en kwam eveneens in opstand tegen het verbod
op vrijheid van godsdienst, wat in 1566 leidde
tot de Beeldenstorm. Vele kerken en kerkelijke
eigendommen werden vernield en beelden van
heiligen stukgeslagen. Daarop stuurde Filips II
in 1567 de hertog van Alva naar de Nederlanden
om orde op zaken te stellen en de opstand neer
te slaan. Alva stelde de Raad van Beroerten (de
'Bloedraad') in, een bijzondere rechtbank om
hen die hadden deelgenomen aan de Beelden
storm te vonnissen. In totaal vluchtten 60.000
protestanten naar Duitsland en Engeland, 1.073
mensen werden ter dood veroordeeld en op wre
de wijze geëxecuteerd, 11.130 mensen werden
verbannen met verbeurd verklaring van hun be
zittingen. Landvoogdes Margaretha van Parma
keurde Alva's wreedheden af en trad vrijwillig af.
Alva volgde haar op als landvoogd.
De Tachtigjarige Oorlog 1568 - 1648
Met de term Geuzen werden aanvankelijk de Ne
derlandse tegenstanders van de Spaanse koning
Filips II aangeduid. Uiteindelijk zou het verzet
Het Geuzenleger
Prins Willem I van Oranje, ook wel Willem de Zzvijger en
Vader des Vaderlands genoemd, schilderij door Adriaan
Thomasz. Key uit ca. 1579
van de geuzen de Tachtigjarige Oorlog ontkete
nen, die in de loop van de zestiende eeuw binnen
de Lage Landen uitbrak en tot de onafhankelijk
heid van de Republiek der Verenigde Nederlan
den zou leiden. In deze oorlog stond het religie-
vraagstuk en het staatsgezag centraal. De oorlog
begon met de Opstand van vele hoge edelen te
gen het Spaanse gezag (1568-1589). De Spaanse
koning Filips II (de Spaanse partij) wilde één
centraal gezag en één
religie: het Rooms ka
tholicisme. De opstan
delingen (de Staatse
partij) wilden een de
centrale overheid (ge
westen en Staten-Ge-
neraal), een mate van
zelfbestuur en belas
tinginning, en vrijheid
van godsdienst. Tijdens
de oorlog ontstond in
de Noordelijke Ne
derlanden in 1581 de
\f
<jC cw/^
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 22e jaargang nr. 1 - 2010