k - 109 - Friezin is geweest. Ik houd mij aan wat W.A. van Es in Literatuur 2 op p. 114 heeft geschreven: "De Karolingische vorsten die dit blok de Vikings) in nieuwe vorm zagen herrijzen, waren er natuurlijk ook niet blij mee. Zij moesten het echter aanvaarden en konden hoogstens de pil vergulden. Dat deden zij door de vreemdelingen als bondgenotenen 'in ge nade' aan te nemen. Dit middel is in onze streken zo oud als het Romeinse Rijk. Buitenlanders worden binnengelaten in de hoop dat zij zich voor de geves tigde belangen zullen laten gebruiken. Met de Denen is dat niet gelukt. Hun eigen belangen weken te veel af. Wat zij in Friesland vooral kwamen zoeken, wa ren rijkdom en oorlogsroem. Dat zou hun de macht verschaffen die nodig was om in eigen land de po sitie te verwerven die hun krachtens edele afkomst toekwam. Vanuit hun Friese lenen lonkten deze leen mannen van de Frankische koning voortdurend in de richting van Denemarken. Permanente vestiging in onze contreien hebben zij - het mag ons verbazen - waarschijnlijk nooit overwogen. In de 9e eeuw kregen de Franken opnieuw te maken met een vijand op hun kwetsbare noordwestflank wiens wereldbeschouwing achterliep. Eerst in de 7e eeuw waren dat de Friezen geweest. (Karei Martel 734) De Friezen waren nu al een eeuw onderworpen, de Saksen hadden net de nek gebroken (Karei de Grote) en nu meldden zich de Denen. De opvattingen van hun elite waren nog on beroerd door romaanschristelijke ideeën; de idee van de onpersoonlijke permanente staat bijvoorbeeld. Voor hen was staatsmacht een persoonlijke prijs die zij zich met moed en behendigheid en met de hulp van hun voor ouders konden verwerven. Als zij Friesland al als een kolonie beschouwden, dan alleen in de beteke nis van wingewest Zou de zilverschat wel door eenViking zijn begra ven, dan zou dat mogelijk reeds in 847 geroofd kunnen zijn in Oostergo en Westergo, of zelfs op Wieringen. Bedoeld als tijdelijke berging om nog meer te gaan roven. De Keltische figuraties op wapens en voorwerpen waren reeds voor het begin van onze jaartel ling in West Europa ge bruikelijk. Resumerend, na al les wat hiervoor is ge schreven over Wierin gen, de Wieringers en de Vikingen, tracht ik mij voor te stellen hoe zo'n inval van woestelingen is gegaan .Ik verge lijk het enigszins met de razzia's van de Duitsers in Wereldoorlog '40/'45, die ikzelf twee keer heb meegemaakt. Waartoe een beschaafde natie als Duitsland liefst 's nachts daartoe overging. Wij, overweldigd, zonder wapens, zij zwaar bewapend en georganiseerd. Afschuwelijk om dat mee te moeten maken. Toen, 847, Oostergo, Westergo en Wieringen- Texel boeren en vissers, niet georganiseerd om te vechten, geen zware wapens en ook niet ge oefend om te vechten. Merendeels wonend op terpjes om vrij te blijven van hoog water, maar ook kleine nederzettingen. In plaatsen als Dok- kum, Harlingen en op Wieringen en Texel waren er de Kaapvaarders die wel konden vechten maar geen leger hadden. De Vikingen, geoefende vech ters met zwaarden en lichtere wapens, weinig- geciviliseerd, woest, uit op macht en rijkdom, niet om te blijven maar om terug te keren naar Denemarken, enz. Het waren rovers, zonder hun vrouwen, vrouwen en meisjes werden verkracht, geroofd, meegenomen en gedood. Vrouwen wer den ook gebruikt als slaven om voedsel te telen op hun akkertjes en voor het te bereiden om te eten, enz. Hoe is het gegaan met de kinderen, we weten het niet, maar kunnen wel denken dat het drama's zijn geweest De meeste mannen zullen zich hebben verzet maar als ze hun bezittingen niet hadden begraven in de grond, dan waren ze het wel kwijt, want de rovers zochten alles na en waren in staat om alles in de brand te steken. Ook waren er mannen die wellicht hun vrouwen hebben kunnen bescher men, door aan te bieden mee naar Engeland te gaan, enz. Dat werd ze later niet aangerekend om dat ze dat hadden gedaan als slaaf. Daarvoor zijn de wetten van keizer Karei de Grote zelfs gewij zigd, ze kregen hun landerijen, enz., na terugkeer ®.A.P..S..®..® .0. Abdij van Egmond _.Tv J Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 2 le jaargang nr. 4 - 2009

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2009 | | pagina 7