- 91 - Aalfuik die in het wier werd gebruikt Aalkuil, de breedte was ca. 6 m. april visten 30 tot 40 vissers op wulken of alikrui ken. De palingvissers waren 's winters druk bezig met de reparatie van beschadigde fuiken en het breien van nieuwe netten. Soms zaten ze met een man of vier om een grote tafel netten te breien. Tussen deze teelten waren pauzes van enige we ken. In het voorjaar was er een langere pauze tus sen de visserij op alikruiken en het wier maaien. Men trachtte zo'n pauze op te vullen met een Zeilelger Krukelkor om alikruiken te vissen in het wier andere teelt, zoals de geepvisserij of de visserij van zeemest. De pauze tussen het wier maaien en het begin van de alikruikencampagne in oktober was maar kort. Echter de pauze tussen de visserij op ansjovis (einde half juli) en de alikruikenvis serij was lang. In die pauzes werd het schip uit gerust voor de volgende visserij. In het voorjaar ging men het schip klaarmaken voor het vissen op ansjovis of wier maaien en in september voor de alikruikenvisserij. Dergelijke pauzes vormden een stille tijd, alle visgerei werd opgeborgen. In zo'n pauze ging de aak op de helling, de aan groei moest eraf, de wormen doodgebrand en het schip geteerd. Er waren werven in Workum, Hindeloopen, Makkum en op Texel. Besomming De vissers in Wieringen hebben vergeleken met andere vissers veel verdiend. Hun omgeving was bijzonder rijk aan vis. Uit de besommingen blijkt dat de Wieringse vissers vrij behoorlijke inkom sten hadden. Een beginnend visser kon in 2 a 3 jaar zijn aak afbetalen, na de aanleg van de Af sluitdijk lieten alle vissers een dure motor in hun schip plaatsen. Een aantal vissers verkocht in de herfst aardappelen en groenten op de Waddenei landen, die ze in Broekerhaven hadden gekocht. Sommige vissers haalden zelf hun turf uit de Drentse venen. Na het jaar 1900 was er een Wie ringse mosselvisser die elk jaar gedurende enige maanden met een volle vracht consumptiemosse len naar Utrecht voer, om deze daar te verkopen. Bij sommige vissers had de vrouw een eigen win keltje om wat bij te verdienen. De vissers hadden het in die periode goed. Dit was maar goed ook, want er waren geen voorzieningen voor de oude dag. Een visserman werkte zo lang mogelijk door als zijn gezondheid dat toeliet en trachtte daar bij zoveel mogelijk te sparen voor zijn oude dag. Sommige vissers die niet meer konden werken, gingen samenwonen met het gezin van één van hun kinderen. Andere oud-vissers verdienden bij met het breien van netten. Enkele oude vissers kochten een winkeltje. In Den Oever waren 10 a 12 winkeltjes van ex-vissers. Men kocht zijn win kelwaren bij mensen die men goed kende of bij familieleden. Door Eendracht Tot Verbetering Wieringen heeft een actieve vissersvereniging ge kend: Door Eendracht tot Verbetering (DETV). Deze vereniging werd op 6 november 1917 op gericht naar aanleiding van een verhoogde vraag Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 2 le jaargang nr. 3 - 2009

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2009 | | pagina 25