ATERSNOOD 1 FEBRUARI 1953 - 86 - door Dirk N. Mulder Nz. Sinds januari 1952 was ik in dienst bij de Koninklijke Luchtmacht in Nijmegen, dus ook tijdens de watersnood van 1953. Ik werkte er als instructeur bij de opleiding van rekruten in de Snijders kazerne. Wij gingen één keer per maand naar huis met vrij vervoer. Toevallig was ik in het weekend van 31 januari en 1 februari 1953 ook thuis. Dit was dus het weekend dat de watersnoodramp zich voltrok. Er kwam een zware depressie met noordwesten wind die recht op de Noordzee stond. Hierbij kwamen windsnelheden voor van 140 km. per uur. Daarbij was het ook nog springtij. Het gevolg was een enorm hoge waterstand, waarbij grote watermassa's over de dijken stroomden. Er was geen houden aan. Ruim achttienhonderd mensen verdronken en ook tienduizenden dieren. Daarbij bleef de storm dagen lang aanhouden, waardoor mensen die de eerste overstroming overleefden met de volgende vloed in de problemen kwamen. Huizen stortten in. ten doen of waar we zouden worden ingezet. Het bleek dat we zandzakken moesten vullen. Als die vol waren gingen ze naar Zeeland om te helpen de dijken te versterken of te dichten. In Nijme gen waren toen ongeveer tweeduizend militairen van de Koninklijke Luchtmacht gelegerd. We gingen met heel veel militairen in vrachtwa gens naar Zeeland. Dit was het dorpje Zeeland in Noord-Brabant, vlak bij de vliegbasis Volkel. Hier was een heidegebied met veel zand, gelegen aan een binnenweggetje. Intussen waren er sta pels lege zakken gebracht en veel zandscheppen. Als de zakken vol waren werden ze naar de weg gebracht en opgestapeld in de berm, ongeveer tot ooghoogte. Doordat we met zo velen waren la gen er in korte tijd hele rijen gevulde zandzakken langs de weg, honderden meters lang. Hierna kwamen Amerikaanse vrachtwagens van de basis in Frankfurt in Duitsland. Dit waren splinter nieuwe vrachtwagens, begeleid door de militaire politie, die de wegen afzette om de lange colonne doorgang te verlenen. Dit was een indrukwek kend gezicht. Wij gingen vervolgens de vracht wagens laden met volle zandzakken. Zodra de wagens vol waren vertrokken ze naar de waters- noodgebieden in Zeeland. Wanneer de wagens de zakken gelost hadden, laadden ze verdronken vee in. Tienduizenden paarden, koeien, varkens, schapen en kleinvee moesten zo snel mogelijk geruimd worden om ziekten te voorkomen. De vrachtwagens brachten de verdronken dieren naar het abattoir in Utrecht, waar ze verwerkt werden. Nadat de lading in Utrecht was gelost, kwamen ze weer bij ons in het dorp Zeeland. In die tijd hadden we weer hele rijen zandzakken klaarlig gen en de vrachtwagens werden weer geladen. En dat ging zo vele dagen door. De Snijders Kazerne in Nijmegen Alle verloven werden ingetrokken en alle mili tairen moesten met de eerste reisgelegenheid na 07:00 uur terugkeren. Ik moest dus zondagmor gen van de Burgerweg met de fiets naar de bus halte aan de betonweg bij de Kogerweg. Dat was nog niet zo gemakkelijk door die zware storm. Mijn zusters zeggen nog altijd: "We zien je nog steeds gaan met je fiets tegen de zware storm in." Met de bus ging ik naar Alkmaar, waar we op de trein gingen naar Amsterdam. Er werd ner gens naar kaartjes gevraagd. Militairen mochten ongehinderd overal doorlopen. In Amsterdam stond de militaire trein klaar die ons naar Nijme gen bracht. Militaire treinen waren heel eenvou dig, met houten banken. Daar moesten ze mee reizen. Deze treinen reden elk weekend omdat dan veel militairen naar huis gingen en later weer naar de kazernes moesten worden gebracht. On derweg stapten veel militairen in en uit, bijvoor beeld in Ede, waar veel kazernes waren, Arnhem en uiteindelijk Nijmegen. Vanuit het station liepen we naar de kazerne, die in het centrum van de stad ligt. Daar aangeko men (inmiddels was het al ruim één uur gewor den) waren we heel erg benieuwd wat we moes- Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 2 le jaargang nr, 3 - 2009

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2009 | | pagina 20