t ri
- 82 -
ONDERD JAAR GELEDEN GETROUWD
door Menno Smit
10. 23-05 Hermanus Smit, 22 jaar, stalhouder, geboren teWieringen, zoon van Pieter Smit en
Aaltje Dijkshoorn en
Tettje Lont, 21 jaar, geboren teWieringen, dochter van Jan Lont en Geertje Ruijter
Bovenstaand gegeven is afkomstig uit het huwelijksregister van de gemeente Wieringen over het
jaar 1909, zoals opgenomen in dit nummer van Op de Hoogte. Tettje Lont is geboren op Stroe waar
haar vader een timmerbedrijfje had. Haar ouders overleden kort na elkaar op jonge leeftijd (29 en
24 jaar). Tettje was toen net vier geworden. Toen een paar jaar later ook haar zusje op zevenjarige
leeftijd overleed bleef zij alleen achter. Ze werd opgenomen in het gezin van haar tante Teetje Ruijter
en oom Dirk Janz. Lont (de grootouders van de later bekende Wieringer Dirk van Jaap van Teetje
Hermanus Smit was
geboren en getogen in
de Klieftstraat te Hip-
polytushoef, waar zijn
ouders een boerderij
hadden. Toen hij elf
jaar was overleed zijn
vader op 34-jarige leef
tijd. Zijn moeder bleef
op de boerderij wonen
en hertrouwde bin
nen twee jaar met de
knecht Jacobus Doves.
Met het oog op zijn ko
mende huwelijk kocht
Hermanus Smit in fe
bruari 1909 van zijn
tante en oom (Dientje
Dijkshoorn en Dirk
Duijnker) voor 2500
gulden een oude woning met pakhuis, bergruim
tes, erf en toebehoren ter grootte van 7 are op de
hoek Koningstraat Klieftstraat. Het oude huis
werd gesloopt en door aannemer Th. H. Boersen
van Stroe werd een nieuwe woning gebouwd.
Deze Boersen had toen Tettjes vader in 1891
overleed het timmerbedrijfje van haar vader
voortgezet (aannemerij Boersen bestaat nog
steeds met inmiddels de vierde generatie Boer
sen). Zoals vroeger op Wieringen wel vaker voor
kwam oefende Hermanus Smit in de loop der
jaren meerdere beroepen uit. Hij was stalhouder,
dat hield in dat hij, soms bij nacht en ontij, met
de dokter bij (ernstig) zieke patiënten langs ging
of bij bevallingen. Hij was koopman en had een
zeegrashandel. De balen zeegras perste hij zelf
in het pakhuis achter zijn woning en later ook
in een wierpakhuis op De Haukes. Hij had een
paar koeien, hij kwam ten slotte van een boer
derij. Ook heeft hij nog enige tijd een bottelarij
gehad. Het bottelen ging goed en ook in het uit
venten van de bestelde flesjes aan de cafés had hij
aardigheid. Gezelligheidsmens als hij was duurde
dit rondbrengen echter wel eens langer dan, ge
zien de lengte van de route, strikt noodzakelijk
was. Hij was dan in het café gezellig aan de praat
geraakt. Tettje was een kordate vrouw en het leek
haar dan ook beter dat hij het bottelgebeuren aan
anderen overdeed en zich meer ging richten op
zijn inmiddels opgestarte handel in brandstoffen,
voornamelijk steenkool.
We praten nog over de periode vóór 1930 en de
kolen werden toen nog per schip aangevoerd te
De Haukes. Uit het schip gingen de kolen dan
per paard en wagen naar het pakhuis te Hippo-
lytushoef. Al spoedig werd een vrachtwagentje
aangeschaft, je zat droog en het ging nog sneller
ook. Wel moest het nieuwe vervoermiddel in het
Tettje Smit - Lont en Hermanus Smit
rond 1920
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 21c jaargang nr. 3 - 2009