OEN WSERINGEN NOG WiERINGEN WAS - 56 - doorj de Wit In de zevende jaargang van "De Speelwagen een al sinds jaren gestaakte uitgave van de Histori sche Genootschappen in Noord-Holland, beschrijft de oud-Wieringer J. de Wit de veranderingen die zich in de eerste helft van deze eeuw voltrokken op Wieringen. Hierbij zijn verslag van een wande ling langs de kronkelige weggetjes van vóór de eerste ruilverkaveling. Doopsgezinde kerken plegen altijd zeer sober te zijn en liggen vaak verscholen, als gevolg van de toe stand vóór 1795, toen de Doopsgezinden, met an dere "Dissenters" achterstonden bij de leden van de Hervormde kerk. Maar het Stroeër kerkje is toch wel, door zijn bouwstijl en ligging, een unicum in den lande. Een haast even merkwaardig Doopsge zind kerkje vindt men thans - anno 1951 - nog te Pingjum Friesland; dit ligt echter aan de dorpsstraat en heeft van de straat af gezien het uiterlijk van een woonhuis. Het Stroeër kerkje is een klein monu ment van oude Menniste vroomheid en soberheid, volkomen passend in dit oord van rustige en hard werkende kleine boeren en vissers. Dit voelt men nog sterker, als men het gebouw binnentreedt. Ja, ik heb van de kosteres de sleutel gevraagd en mag u dus binnenleiden. Achter is een klein kamertje voor de kerkenraad; vier of vijf mensen kunnen er met moeite op banken rondom een tafeltje een plaats vinden. Zijdelings komt men uit het portaaltje in de haast vierkante kerk. Een ruimte zonder enige ver siering en toch van een bijzondere bekoring. Zoek hier geen beeldhouw- of schilderwerk, geen fraaie kerkramen; ge vindt hier niets dan het strikt noodza kelijke. Langs drie wanden een dubbele rij gesloten banken voor de mannen, tegen de vierde wand de preekstoel, geflankeerd door de kerkenraadbanken; in het middengedeelte op de tegeltjesvloer een hou ten "beun" en daarop de stoelen voor de vrouwen. Verder alleen maar een huisorgeltje en op een hoek- steuntje bij een van de ramen een zandloper, waar aan de voorganger vroeger kon zien of hij het niet te lang maakte. De wanden, het dakbeschot, de zware steunbalken en de banken zijn blauw geschilderd. Hoe lang bestaat dit gebouwtje al, vraagt u? Het jaartal 1738 wijst, naar de schaarse gegevens doen vermoeden, niet op de stichting, maar op een ingrij pende verbouwing. In elk geval was hier ook al vóór 1738 de plaats van samenkomst der Mennisten, die op Stroe altijd in groten getale te vinden waren. Er waren ook bedehuizen der Mennisten bij Hippo- lytushoef en op de Gest bij Den Oever. De oude vermaning van Hippolytushoef stond in de Elft (bij de Slingerweg). De tegenwoordige vermaning is van 1861. De vermaning op de Gest schijnt al vóór 1700 te zijn gesloopt. Of het woord "vermaning" voor de Doopsgezinde kerkjes op Wieringen altijd gebruikelijk is geweest, heb ik niet kunnen nagaan. Maar de Stroeër vermaning was oudtijds toch blijk baar de belangrijkste. Geleidelijk is het zwaartepunt verplaatst naar Hippolytushoef en thans worden de diensten om de andere zondag te Hippolytushoef en te Stroe gehouden. Mag ik u hier iets vertellen over de merkwaardige mannen, die in het oude kerkje op Stroe hebben gepreekt? Er is vaak gezegd, dat Wieringen geen personen van betekenis heeft voortgebracht. De op merking is juist, als men doelt op mensen van meer dan plaatselijke bekendheid, maar toch... mannen als Comelis Wagemaker en Elbert Wognum mogen nog wel eens met ere worden genoemd. Dit zijn de twee belangrijksten van de "liefdepredikers", die in de 18e eeuw de Doopsgezinde gemeente dienden. Geld om gestudeerde predikanten te betalen had de gemeente toen niet, maar de twee genoemde man nen, doodgewone boeren blijkbaar, hebben het pre dik- en onderwijswerk verricht, tientallen jaren lang, van hun 18e of 19e jaar af en bijna tot hun dood; op een wijze die de grootste eerbied afdwingt. Elbert Wognum deed ook in financieel opzicht veel voor de gemeente. Wagemaker zal het financieel wel niet ruim hebben gehad, want zijn gezin telde dertien kinderen. Pas in zijn allerlaatste jaren is er sprake van een kleine bezoldiging, dank zij een erflating van Wognum. Veel weten we niet van de wijze, waarop deze mannen hun werk deden, maar toch wel iets. Er is een boek bewaard gebleven, waarin, iemand, vermoedelijk Wognum, de belangrijkste gebeurte nissen heeft vastgelegd. Een enkele volledig uitge schreven preek van Wagemaker is teruggevonden (in het archief van de Doopsgezinde gemeente in de Beemster)! Ze werd uitgesproken op nieuwjaarsdag 1777, toen de nieuwe (of vernieuwde) vermaning in de Elft werd ingewijd en ze treft door haar eenvoud en goedgekozen woorden, ook door haar milde en warme toon jegens de Hervormde en Rooms Ka tholieke medeburgers. "God vergeve de doling, aan welke zijde die ook zijn mag"', dit is een der meest ty perende zinsneden. Wagemaker schijnt zelfs wel in Amsterdam te hebben gepreekt en daar is ook een boekje van zijn hand gepubliceerd ten behoeve van het godsdienstonderwijs. Dit boekje, getiteld "On derwijzing aangaande het Christelijk geloof in vra- Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 2 le jaargang nr. 2 - 2009

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2009 | | pagina 22