l
CHEEPSRAMP IN DE WATEREN RONDOM WlERINGEN - 1909
- 29 -
In 1908 komt op Wieringen de eerste rosmolen,
gekocht door vooruitstrevende boeren als Simon
Koorn van Oosterland, Dirk Hermans uit de
Elft en de jongens van Kobus Bais. Het is een
uitkomst en het ziet er spectaculair uit. Het dor
sen van het graan is op deze manier en voor die
tijd snel gebeurd, er valt niet tegen te kneppelen.
De boeren hopen in de oogsttijd op zonnig en
droog weer.
Toch kan onweer en storm ook profijt brengen.
Een zuidwester storm, uitschietend naar het
noordwesten, slaat het zeegras los en drijft het te
gen de kust van Wieringen aan. Zo bracht ook de
augustusmaand van 1908 veel zeegras. Het dreef
naar de grote zandvlakte van de Singelereg, langs
de palen in het Woud, het poldertje van Kroon,
langs Stroe, de dijk vanaf de Sellever achter Vatrop
tot aan Den Oever toe, alles lag vol met zeegras.
Eerst nog wat regen dan een droge nazomer, zo
dat er nog veel droog zeegras komt voor de winter.
Voor velen betekent dit een welkome aanvulling
van het inkomen. De Singelereg en het Woud zijn
de plaatsen waar Wieringen geen dijk heeft. Vanaf
Noorderbuurt, waar de steenglooiing ophoudt,
tot aan de Normert, vormt een paalscherm de
enige verdediging tegen het geweld van de zee.
Bij slecht weer en springtij komt het wassende
water tot aan de Hollebalg toe. Buitendijks net
achter de Normert, ligt het poldertje van Kroon.
Op sommige plaatsen omgeven door een dijkje of
wat zand, is het een uitstekende weideplaats voor
jongvee en schapen, ook is het gunstig gelegen
voor het drogen van zeegras. De zee knaagt aan
het poldertje, dat vroeger veertig hectare groot
was. Kroon naar
wie dit poldertje
is genoemd, heeft
een wier- en kolen
handel. De weken
verstrijken en het
wordt herfst. Voor
de vissersbevol
king van Wierin
gen betekend dit
een omschakeling
op de visserij naar
schelpdieren. De
schepen varen nu
door Gea Klein-Hamming
uit om alikruiken, mosselen, wulken en oesters
te zoeken. Dan breekt de winter van 1908 1909
aan, deze winter laat op Wieringen diepe indruk
ken achter. De zee geeft veel, maar neemt ook
veel. Het is 5 februari 1909, Dirk Takes van Ma
rie Metselaar uit de Kerkebuurt en zijn knecht
Jan Baijs werden door een plotseling opstekende
storm overvallen. Voor de Oeverse haven sloeg
hun aak om. Heel Wieringen rouwt als het be
richt van hun plotselinge dood van mond tot
mond gaat. Niet alleen vanwege de sterke lots
verbondenheid is de droefheid zo algemeen, al
len zijn familie of eikaars goede bekenden in de
kleine gemeenschap van Wieringen, van alle kan
ten door de zee omspoeld.
De Schager Courant 6februari 1909
schrijft:
Dirk Takes
Wieringen.
Twee mannen verdronken.
Heden namiddag ongeveer 1 nar slak de wind hevig
op uit het Noord-Noordwesten, zoodal 'l opeens storm
weer was. Do vlsellauk van schipper Dirk Klzn. Takes
voer naar dia haven van den Oever in (lil slonnweer.
Opeens sloeg het schip door den slorin up ifÜilr. De
bemanning wist er hoven op to komen, eu Sin) dreef
men ongeveer op 100 .M. hoven den Oever. Van den
wal af zag men dit allertreurigste feit en maakte
men zich dadelijk gereed hulp te verleenen, doch voor
men de ongelukkigen hulp kon bieden verdween de
een na den ander In de diepte en vonden hun graf
ln de golven. De deelneming In dit ontzettend verlies
Is algemeen.
De verdronken bemanning van de vlschaak
zijn Dirk KIz. Takes, ongeveer 30 jaar. laat vrouw en
3 kinderen achter en zijn knecht Jan. Baijs Jbz., onge
huwd 23 Jaar oud.
Men maakt zich ook nog ongerust over andere sche
pen welke dezen dag uitgevaren waren. Per tclephoon
trachtte men in andere havenplaatsen Inlichtingen in
te winnen, doch de telephoondraden schijnen aan den
vasten wal defect te zijn, aangezien men slechts met
een paar plaatsen aanslulLlng kon krijgen. Het is ech
ter te hopen dat ons eiland voor verder verlies gespaard
moge blijven.
Historische Vereniging Wieringen - '"Op de Hoogte'' - 2lc jaargang nr. 1 - 2000