- 23 -
Christelijke school met kerk te Den Oever
De vergaderplaatsen ofwel vermaningen bevon
den zich op de Gest bij Den Oever, één op Stroe
en één even ten oosten van Hippolytushoef.
Omdat in het gebouw op de Gest steeds minder
werd gepredikt en het steeds meer in verval raak
te, werd het voor 1700 verkocht. Ook de verga
derplaats te Stroe vereiste in 1737 dringend ver
nieuwing. Door een voorschot van de leden en
een paar gezinnen uitWesterland kwam deze ge
wenste vernieuwing tot stand. De houten wanden
maakten plaats voor stenen muren en het jaartal
1738 prijkte van toen af in de ijzeren ankers op
de voorgevel. De vermaning op Stroe brandde op
26 april 1933 af. Het gebouw in Hippolytushoef
werd in 1776 vernieuwd. De verbouwing werd
betaald door vrijwillige giften van de leden. Op 1
januari 1777 werd de herbouwde kerk in gebruik
genomen. In 1860 was dit gebouw weer aan een
grondig herstel toe, maar dankzij een legaat van
zuster LijsbetVeerdig, en verder een bijdrage van
rijk en provincie en doopsgezinde zustergemeen-
ten, kon er een geheel nieuw gebouw gebouwd
worden. In 1861 vond de eerste godsdienstoefe
ning in de nieuwe kerk aan de Vermaningssteeg
plaats.
'In 1925 meldt deWieringer Courant dat er een
landman bij Vatrop aan het ploegen was en plot
seling een der paarden met de achterbenen in de
diepte zakte. Men verloste het dier doch tevens
ging men aan 't graven waar geregeld ook grote
stukken steen werden bovengeploegd. Een put
werd daarop bloot gelegd en vervolgens een soort
kelder waarvan de bodem met tegeltjes was be
legd en waarin zich delen van kindergeraamten
bevonden. Behalve deze lugubere vondst ontdek
te men verder niets en de landlieden hebben een
en ander weer met aarde bedekt. Men gist of hier
soms een kerk heeft gestaan. De overlevering wil
dat zich vanaf Vatrop
ook een onderaardse
gang bevindt welke
naar Oosterland loopt.
Tot op heden heeft
men echter niets ont
dekt, dan de genoem
de kelder en put
Hebben we het hier
over een oud klooster,
zou dat op Wieringen
ooit hebben bestaan?
De geschiedenis ver
telt ons het volgende.
Het ontstaan van de Zuiderzee veroorzaakte een
scheiding tussen Oost en West Friesland. De
Friezen die vroeger hun koning hadden in het
Westen wilden het land niet zomaar weggeven.
De overheid van Friesland had daarbij een grote
steun aan de kloosters. De kloostergemeenschap
van Stavoren meende dat het eiland Wieringen
een strategische plek was. De abt van Stavoren
stuurde verschillende monniken naar Wieringen
toe en hoopte vurig daar iets op te bouwen. Maar
er was niet gerekend met de bevolking. Wierin
gen was al zo lang een twistappel geweest, het
volk had genoeg van al deze schermutselingen
en gaf daarom de eerwaarde paters geen enkele
kans. Graaf Willem 1 ging uit van het beginsel
'voor wat hoort wat'. In 1267 werd in een over
eenkomst besloten dat Stavoren land kon kopen
in het oosten op Wieringen. Hij gaf toestemming
om een voorlopig onderkomen voor zijn mon
niken neer te zetten. In de oorkonde wordt dit
gebouw grangia genoemd wat letterlijk betekent
een soort schuur. De bevolking van Wieringen
kwam dit ter ore en liet weten dat de monniken
niet welkom waren. Uit enkele rekeningen kan
men opmaken dat de grangia ook was vernield en
uiteindelijk zwierven de monniken over het hele
eiland. Er wordt besloten de monniken terug te
trekken, maar ja, ze hadden veel bezittingen in
Oosterland. In 1324 proberen ze het nogmaals
om voet aan wal te krijgen op Wieringen. Toen in
1345 bij de slag van Warns de Oost-Friezen een
lesje hadden gegeven aan de Hollanders, was de
liefde met Wieringen helemaal uit. De bevolking
koos de zijde van de graaf en wilde geen enkele
vijand van Holland op het eiland ontvangen en
wel het allerminst de Friese monniken. Het is
merkwaardig dat op het eiland geen enkel spoor
is teruggevonden van een behuizing van monni
ken. Het godsdienstige leven op Wieringen kab-
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 21= jaargang nr. 1 - 2009