- 22 -
iliititilliB!
Evangelisatiekerk in 1958 met Dominee de Weerd
bevolking opgelegd. De kerken werden in 1573
aan de katholieke eredienst onttrokken en aan de
protestanten gegeven, hoewel die er in die tijd op
Wieringen nauwelijks waren. Aan het einde van
de zestiende eeuw was de bisschoppelijke hiërar
chie in Noord-Nederland verdwenen. De katho
lieke kerk was een missiekerk geworden die werd
bestuurd door Apostolische Vicarissen en stond
onder supervisie van de pauselijke gezanten in
Brussel en Keulen. Op Wieringen werden de vier
bestaande parochies samengevoegd tot één mis
sie statie. Tot 1679 werd die statie vermoedelijk
bediend door reizende priesters.
Naast de vier bestaande parochies kreeg Den
Oever zijn kapel met gasthuis en schippersbeurs.
Een gebouw dat geschonken zou zijn door een
Engelse zeekapitein die hier schipbreuk heeft
geleden en door de Wieringers gered. De Kapel,
Philadelphiakerk in Hippolytushoef
oorspronkelijk een opslagplaats van de Oost-In
dische Compagnie, werd in de 17e eeuw door de
gereformeerde gemeente in gebruik genomen als
kerk. De kapel was in vroeger eeuwen het mid
delpunt van het Oeverse leven. In het rekwest van
de lichterschippers schrijven zij onder andere dat
al meer dan twee eeuwen geleden een kapel is
gesticht, die niet alleen plaats bood voor gods
dienstige oefeningen maar ook gebruikt werd als
vergader- en verzamelplaats voor de lichterschip
pers. Hoe de eerste kapelvoogden erin slaagden
een preekstoel uit 1670 en het koorhek te be
machtigen is altijd een raadsel gebleven. Er zijn
verhalen die beweren dat ze eerst in het kerkje op
Stroe hebben gestaan, in de Heidense Kapel. In
1955 -1956 namen de kapelvoogden een moei
lijk besluit, zij besloten de stichting Kapelvoog
den op te heffen en de Kapel onder te brengen
bij de Hervormde Kerk te Oosterland.
Stroe is altijd belangrijk geweest voor de Doops
gezinden. Er stond een Vermaning, een schuil
kerk in de vorm van een boerderijMen vermoedt
dat er voor de 17e eeuw al een doopgezinde ge
meente was. Op een dooplijst uit 1551 staan 35
Wieringers die tot 'oudste' werden bevestigd, dus
men kan concluderen dat de gemeente er voor
de 17e eeuw al was. Bij de doopsgezinden heeft
altijd sterk de nadruk gelegen op het algemeen
priesterschap der gelovigen. Bijbelkennis en de
verlichting door de Heilige Geest" achtte men
voldoende om tot leraar te worden aangesteld.
Een theologische opleiding achtte men zelfs
schadelijk. Als vanzelf had zich uit het dienaar
schap, de kerkenraad, in de loop der
tijd een bedienaar des Woords ont
wikkeld, die belast werd met predi
king en catechese.
In begin 18e eeuw komt er in de
kringen van de Doopsgezinden wel
behoefte aan theologische kennis.
De vraag naar deze kennis werd
sterker door het toenemende con
tact van de doopsgezinden met de
wereld om hen heen. Een wereld
waarin zij zich soms moesten verde
digen tegen de aanvallen van gestu
deerde predikanten van de calvinis
ten. Een wereld ook waarin, vooral
in de 18e eeuw steeds meer belang
stelling voor natuur- wetenschappe
lijke ontwikkelingen ontstond.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hóógte" - 2 le jaargang nr. 1 - 2009