- 17 - bosschen, akkers, huizen en slaven ten geschenke ontvangen. En in de 10e eeuw bezat de Utrecht- sche St Maartenskerk twee derden van het land, met de kerken van beide doelen terwijl ook de zeevond "in Varoth"wellicht de tegenwoordige buurt Vatrop, aan St Maarten behoorde. Wiron ofWireon schijnt in de 8e eeuw zoowel de naam van een gouw, als van een dorp of landgoed te zijn geweest. Was Wieringen destijds reeds een eiland? 't Is hier de plaats niet, daaromtrent te treden in een onderzoek dat bovendien en door de schaarste der bronnen, en door de onzeker heid van de verklaring, zelfs van de lezing veler oude plaatsnamen, toch maar weinig bevredi gend zou kunnen zijn. De overlevering verhaalt, dat het eenmaal deel uitmaakte van het vaste land. Zij spreekt van een romeinsche vestiging op Wieringen en van evenoude duifsteenen wegen aan de kust, waar schipper op vast raakten. In verband met de "muren"of heirbanen, die in den Wieringerwaard zijn gevonden en zich thans in zee onder de wiervelden verliezend, en die wel licht tot op de zandplaat de Gammels niet ver van Medemblik konden worden nagespoord. Be paaldelijk noemt zij den "Koningsweg, die thans van het dorp Westerland over Hippolytushoef naar den in 1683 overstroomden en in 1846 her wonnen polder Nieuwland loopt en eertijds ook over die gronden naar de friesche kunst zou heb ben geleid. Zij weet zelfs te verhalen, dat koning Radboud langs dezen weg naar Medemblik reed om te jagen. Hoe het met dien Koningsweg gele gen mag zijn, is bezwaarlijk te onderzoeken. Hij is tegenwoordig begrint en vertoont alzoo niets bijzonders meer. Of ook hier duifsteen onder zit, blijft voor den wandelaar natuurlijk verborgen. Zeker hebben groote veranderingen plaats gehad in de streken, waar thans de Zuiderzee het wes telijk deel van het oude Friesland van het ove rige gedeelte scheidt. Menig dorp en hoeve, in de lijsten der bezittingen van de Fuldasche abdij en de Utrechtsche kerk genoemd, zal wel door de wateren zijn verzwolgen. De Wieringerwaard leverde, behalve in de stee- nen muur, ook in putten, aschhoopen, smidsko len, spijkers en wat dies meer zij, de bewijzen van "vroegere" bewoning. De tegenwoordige Anna Paulowna polder kan voor eeuwen een belang rijke bevolking hebben gehad. Een oestervisscher vond er in 1772 een uitgestrekt kerkhof, tot dus ver onder het wier bedolven. De schrandere en nauwlettende Alkmaarsche thesanrier, R. Palu- danus, onderzocht en beschreef het in 1774 met groote nauwkeurigheid. De talrijke eikenhouten kisten, zonder spijkers, maar met zwaluwstaar ten en houten pennen saamgetimmerd, schijnen zoowel voor overvloed van zwaar geboomte als voor hoogen ouderdom te pleiten, terwijl latere nasporingen nog vrij wat muurwerk aan het licht gebracht moeten hebben, al blijven wij een groot vraagteeken plaatsen achter de bewering, dat al daar 'de stad Grebbe' gelegen heeft. wordt vervolgd) Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 21e jaargang nr. 1 - 2009

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2009 | | pagina 19