DELIGHTING BIJ HET VERS VAN ÜAN BaKKER ÜAN DE RIJMER) - 13 - door Bob Gorter Gij telt Uw levensduur sinds agttienhonderd negen Toen 't wreede Fransch geweld, alom in dorp en stad Oud Neerlands roem en eer en regt, met voeten trad Toen was 't een hangen tijd voor burgers en voor boeren Toen zag men have en vee meedogeloos wegvoeren. Een menig jongeling vol levensmoed en kragt Werd door den Corsikaan ter slachting heengehragt (Jan Bakker) Met 'de Corsikaan' wordt Napoleon bedoeld, geboren op het eiland Corsica. De Fransen had den in 1795 de Nederlanden veroverd. Toen de jarige uit het gedicht werd geboren, in 1809, was een broer van Napoleon, Lodewijk, koning van het koninkrijk Holland. In 1810 veranderde dat. Nederland werd een deel van het Franse keizer rijk (Empire Francais), met keizer Napoleon aan het hoofd. In Utrecht werden Franse munten geslagen. De burgerlijke stand werd ingevoerd in 1811. Ook op andere terreinen veranderde er veel. Het land werd ingedeeld in departementen, net zo als nu nog in Frankrijk. Wieringen lag in het "Département du Zuyderzee" (departement van de Zuiderzee). Dit departement omvatte in grote trekken Noord-Holland en Utrecht. Naar het zuiden langs de kust waren er nog de vol gende departementen: Bouches de la Meuse Monden van de Maas (Zuid-Holland), Bouches de l'Escaut Monden van de Schelde (Zeeland zonder Zeeuws-Vlaanderen). Ook de rest van Nederland was verdeeld in departementen. Ne derlanders moesten verplicht dienst nemen in het (Franse) leger van Napoleon. UE Misschien bevrijd van zorg tot we eenendertig schreven. Toen brak een opstand uit in 't zuiden van ons land, Oranje wierd verjaagd en d'oproer vaan geplant. Toen kwam voor menigeen het bange uur van scheiden Ook gij moest als Soldaat voor land en Vorst gaan strijden. En menig wakkre Maat die met u henen ging Maar op de Citadel het dodelijk lood ontving Doch eer die sterkte aan den Franschen wierd gegeven Had men hun voor den wal bij duizenden zien sneven. Want heel de Citadel geschoten tot een ruin En wat hun overbleef was niets dan asch en puin. Doch na verloop van tijd herstelde weer de vrede De dapp'ren keerden weer naar huis en haard en stede. Ook gij, gij keerde toen weer tot Uw werk en stand En menig drukte weer vol blijdschap U den hand. (Jan Bakker) België en Neder land werden in 1815 voor korte tijd één land, met als staatshoofd koning Willem I. Ruim vijf tien jaar later brak de Belgische opstand uit. ("In het zuiden van ons land") Het gedicht verhaalt van de strijd om de Citadel van Antwerpen. De hoofdpersoon uit het vers was drieëntwintig jaar toen hij daar als sol daat moest vechten tegen de Fransen. De Fran sen waren de opstandige Belgen te hulp geko men. In 1832 werd die Citadel belegerd door het Franse leger, bestaande uit 60.000 soldaten, De bezetting van de Citadel bestond uit 5000 man schappen. Uiteindelijk moest het Nederlandse garnizoen zich overgeven. De vrede tussen Ne derland en België werd pas in 1839 gesloten. DB BELEGERING tS <;I.OWElUJKK citjbkl I JS JUTU-Klift ifltunk. m I T< H Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 2 le jaargang nr. 1 - 2009

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2009 | | pagina 15