- 101 -
naar het boekje had het eigenlijk al veel eerder
gekund. HetWierings dialect is uniek in het Ne
derlands taalgebruik en wordt jammer genoeg
door steeds minder mensen gesproken. Gelukkig
is er nog veel tekst en gesproken woord van hem
bewaard gebleven. Hij heeft een waardevolle col
lectie in het Wierings dialect aan ons Wieringers
willen nalaten. De inhoud van het oorspronke
lijke boekje is ongewijzigd gelaten. De prachtige
aquarellen van Han Krug, een Haagse kunste
naar die in de Tweede Wereldoorlog op Wierin-
gen werkzaam was, die August toentertijd mocht
gebruiken om het boekje op een passende wijze
te verfraaien zijn nu door gebruikmaking van
nieuwe technieken in de oorspronkelijk kleuren
afgedrukt. De omslag is nieuw, gemaakt naar een
door Gea Klein-Hamming gemaakte foto. Aan
de lay-out is veel zorg besteed door Pieter Smak,
die graag zijn medewerking heeft willen verlenen
aan deze heruitgave.
Het eerste exemplaar werd overhandigd op za
terdag 6 september jl. op de zolder van het C.I.V.
gebouw aan de Havenweg 3 te Den Oever. Het
eerste exemplaar van de tweede druk werd on
middellijk doorgeschoven naar Daan Pruim-
boom, de tienjarige kleinzoon van August Pruim-
boom. De jongen zei het jammer te vinden dat
hij zijn opa nauwelijks heeft gekend. Hij maakt
zelf ook verhaaltjes en gedichtjes en had graag
het Wierings van hem geleerd. De kosten van het
boek zijn 12,50.
1 door Ing. H. van der Haven
Een paradijsachtige lusthof met fruitbomen en dergelijke aan een diep vismeer ten zuiden vanWes-
terland in voorhistorische tijden. Wieringen wordt in relatie tot de plaatsen Aartswoud, Kolhorn en
Hoogwoud tezamen met Texel genoemd in Literatuur no. 1 p. 330, een verslag van een onderzoek
naar gevonden enkelgraven van personen en bijbehorende mestvaalten. Met Texel in oudere historie
bedoeld men ook Wieringen, omdat het één landstreek is geweest vóór de totstandkoming van de Wad
deneilanden en de Waddenzee. In genoemde drie plaatsen hebben daar tijdens het Laat-Neolithicum
A en B, dat is tussen 2900 en 2000 v.C. en vervolgens in de Bronstijd van 2000 - 800 v.C. mensen
gewoond in nederzettingen op kwelderwallen en op afzettingen naast stroomgeulen, enzovoorts, zie
tijdstabel Literatuur no Lp. 28.
Op de mestvaalten is gevonden dat zij aten: rund,
schaap, geit en varken, waterwild, steur, zalm en
snoek, oester, mossel, kokkel en wulk. Planten
waren emmer, een soort tarwe, naakte gerst en
lijnzaad, evenals enkele korrels broodtarwe en
bedekte gerst. In het wild werden verzameld: ei
kels, hazelnoten, appels en bramen. Kolhorn gaf
een grotere en meer op zoutwater gerichte vis
vangst te zien dan Aartswoud en Hoogwoud. In
hun woongebied kwamen geen bomen of hoge
struiken voor, het overstroomde zo nu en dan
met zout water en zand/slib. De eikels, hazel
noten, appels en bramen kwamen wel voor op
Wieringen en Texel, waar zij deze jagend hebben
kunnen verzamelen. Nu uit mijn eerste artikel
in Op de Hoogte is gebleken dat ten zuiden van
Wieringen een diep meer bestond, waarin beslist
is gevist, kunnen we uit het vorenstaande aflei
den dat Kolhorn daar het dichtst bij heeft gele
gen. Rond 800 v.C., het einde van de Bronstijd
en het begin van de Ijzertijd zijn de bewoners uit
de hiervoor genoemde plaatsen weggetrokken,
waarschijnlijk door het stijgende zeewaterpeil. We
kunnen aannemen dat al vóór de genoemde peri
oden er mensen op Wieringen hebben gewoond,
het was een relatief lustoord met alles wat daar
voorhanden was, en als de zeewaterstand hoger
werd gingen zij ook wat hoger wonen. Het is
dus vreemd dat op Wieringen geen graven van
menselijke skeletten zijn gevonden. Een moge
lijke oorzaak moet mijns inziens liggen aan de
omstandigheid dat in de genoemde drie plaatsen
geen hout voorhanden was om te cremeren en op
Wieringen met bomen en struiken wel. Nu zeer
veel meer bekend is geworden over de Neander
thalers in heel Europa, ook in Groot-Brittannië,
mogen wij veronderstellen dat zij vóór 18.000
v.C. ook over Wieringen hebben gewandeld, zie
Literatuur no. 2.
LITERATUUR
1. NEDERLAND IN DE PREHISTORIE, onder redac
tie van Leendert P. Louwe Kooijmans, Peter W. van den
Broeke, Harry Fokkens en Annelou van Gijn, 2005. Uit
geverij Bert Bakker, Amsterdam. ISBN 90 35124847.
2. TIJDSCHRIFT NATIONAL GEOGRAPHIC, okto
ber 2008, artikel 'De laatste Neanderthaler' p.54 - 79.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 20e jaargang nr. 4 - 2008