- 76 -
met de schimpnaam Zwarte Hoop bestempeld, was sinds lang een plaag voor de landlieden, op wier
kosten ze leefden.
Kroon en Kapteijn
In 1517 namen de Gelderse Friezen duchtig wraak voor een op de Zuiderzee geleden nederlaag. Met
ongeveer 150 grote en kleine schepen landden ze bij Medemblik, dat ingenomen en verbrand werd,
behalve het slot "daar sij deur den Kasteleijn Joost van Buyren vroomlijk uijtgehouden werden". De
zelfde dag verbrandden zeTwisk en Opperdoes; Midwoud kwam er genadig af, doordat de pastoor hun
uit zijn eigen zak 150 gulden gaf. Langs de Zwaagdijk ging de bende het Keern op, Hoorn liet men,
als te goed bewapend, liggen. Berkhout was het volgende slachtoffer en zo trok de Zwarte Hoop door
naar Alkmaar.
Kerkmeyer-de Regt
Grote Pier, de troepen van Sel-
bach te Medemblik ontscheept
hebbende, was weder in zee
gestoken, om op zijn element
en op zijn wijze de strijd voort
te zetten; de schepen die hij
ontmoette werden voor goede
prijs verklaard en de beman
ning meestentijds overboord
geworpen. Niet tevreden met
kleine vaartuigen, strekte hij
zijn tochten uit tot de zeega
ten, om de van niets bewuste
koopvaarders, als gemakkelijk
te nemen prooi, te verrassen. Schrik en moedeloosheid vervulden de harten der inwoners van de aan
zee gelegen plaatsen; want de Geldersen vertoonden zich onverwachts, Medemblik was hier het spre
kend voorbeeld van, te land en op zee. De Zuiderzeesteden, vooral Hoorn, ontvingen vermeerdering
van bezetting.
Zo groot was de vrees voor Grote Pier, dat op een daartoe te Delft belegde vergadering, plannen wer
den beraamd tot diens bestrijding.
Kroon en Kapteijn
De Hollanders, in hun strijd tegen de Geldersen, probeerden in Friesland te komen; uit weerwraak
werd West-Friesland in 1517 geplunderd, Hoorn in 1518 bedreigd. Vrije roof- en kaapvaart tegen de
Friezen was daarop het Hollandse antwoord en zo ging het door.
Van Winter
En in 1522 kwamen de Gelderschen de uitgeputte bevolking vanWieringen plunderen.
J. Craandijk
In 1522 doen Friese vrijbuiters hetzelfde, Wieringen met krijgsvolk overstromen, verbranden een 60-
tal huizen en nemen gijzelaars mee, om daarvoor later geld te vorderen.
Schuiling
Quamen de Geldersche Vriezen op dit Eyland, Texel, en hebben het wel twee maal gebrandschat, (zy
hadden wel 20 scheepen) de eerstemaal voor 8.000 Philipsguldens, en de tweede reys op 10.000 gul
dens. Zynde ieder Philips gulden 25 stuyvers, en veel Inwoonders wierden van haar goederen berooft.
Zy namen drie van haar Burgermeesters tot Gyzelaars, en bragten ze tot Sneek. Zy deden op Wierin
gen van gelyken, hebben het gebrandschat op 3500 Philips guldens.
Burger van Schoorl
Een brandend koggeschip werd op de vijand afgestuurd.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 20e jaargang nr. 3 - 2008