EDICHT OVER HET WlERINGEN VAN VROEGER (deel 3, slot) - 60 - (Uit de Wieringer Courant van -woensdag 28 januari 1976) jaren geleden maakte een zekere J. Jongkind een wan deling van Den Oever via Oosterland, Stroe en Hip- polytushoef naar de uiterste westpunt van Wieringen. Hij ging terug langs de oostkust. Zijn indrukken legde hij vast in dichtregels. Het gedicht is niet gedateerd, maar is in ieder geval geschreven vóór 1846. Jongkind spreekt na melijk over schoon land waar vijftig jaar lang "veel hooi wierd geteeldmaar dat la ter door de zee werd verzwol gen. Wellicht doelt hij hier op de Polder Waard-Nieuwland, korte tijd bedijkt geweest, maar in 1683 weer onderge lopen. De definitieve bedij king vond plaats in 1846. Het gedicht van Wieringen Keert dan wat Oostwaarts aan gaat langs de Hoelem treden Dat door de brakke vloed zoo dikmaals wordt bestreden En dan naar Westerklief daar staat een groote steen Die kunt gij tot vermaak dan ook eens gaan bezien En wilt gij bij deze steen een weinig blijven staan Hij keert hem driemaal om als hij de klok hoort slaan Ook in de laagte daar staat nog een vogelkooi Die is heel net bewalt en ook met boomen mooi Wilt dan naar Oosterklief dwars over 't land heengaan Dan moet gij wederom, naar Hippolytus keeren Dan moet gij wederom naar Hippolytus keeren Hebt gij dan geld te veel dat kunt gij daar verteeren En dat aan bier of wijn aan koffij of aan thee Want deze ketterij is op ons land almee Gij kunt ook met gemak bezijden 't dorp heengaan Dan komt gij bij een vlek dat leit er heel dicht aan Dat vlek is de naam al van de Elft gegeven Daar staat een Roomsche Kerk, vermaning daar beneven Gij moet dan ook dit vlek allangs de burge mede En over 't Koningspad allangs de dijk gaan treden Als gij op dijk langs gaat zoo kunt gij buiten zien Dat daar land is geweest over jaren vijf maal tien Het was een zeer schoon land daar veel hooi wierd geteeld Maar dat is door de zee geheel en al vernield En aan de binnenkant daar ziet gij ook een kooi De vogelen velerhand die werden daar geteeld Een rietdomp met zijn bek die op een rietje speelt Aan 't eind van deze dijk is nog een buurt voor 't lest Het is vier huizen groot genaamd de Oude Gest Gij gaat dan verder voort allangs de Hoorndijk Daar gij van ver kunt zien de koopstad Medemblik Aan 't eind van deze dijk is nog een buitenland Dat door de stille vloed gehouden wordt in stand De Stontele kunt gij ook daar buiten dijk bekijken Waarvan men zoode haalt tot steunsel van de dijken Dan kunt gij in het kort Den Oever weer intreden Zijt gij van loopen moe zoo rust dan Uwe leden In de vergulden Zwaan kunt gij Uw geld verteren Of zoo gij daar niet wilt gij kunt daar ook wel in de In 't Hof van Holland schoon of in de witte Zwaan Waar dat het U belieft van mij kunt gij er gaan Zie daar heb ik in 't kort het Wieringerland beschreven Ten nutte voor diegeen die zich daarop begeeren Uit nood of tot vermaak omdat eens te bezien Uit liefde is 't gedaan tot dienst voor iedereen. Historische Vereniging Wieringen - tcOp de Hoogte" - 20c jaargang nr. 2 - 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2008 | | pagina 26