- 54 -
Vitrinekasten binnen in het museum
Op vrijdag 28 januari 1927, de dag na zijn tach
tigste verjaardag, werd een groot feest gegeven in
Den Helder ter gelegenheid van Dorus Rijkers.
Er werd tevens landelijk bekendheid gegeven aan
het Helden der Zee-fonds om zo de hoognodige
ondersteuning te krijgen en giften te ontvangen.
In 1927 ontvingen honderdelf oud-redders of
nabestaanden van oud-redders van het fonds een
pensioen. Op éénentachtig-jarige leeftijd, in april
1928, overleed Dorus Rijkers in het huis van zijn
dochter in Den Helder.
Eeuwenlang vormde de Nederlandse kust met
haar vele zandbanken en woeste grondzeeën voor
de langsvarende schepen een geducht punt. Har
de stormwind deed veel zeilschepen aan lager
wal raken de oever waar de wind op staat zodat het
schip geen wind in de zeilen kreeg en dus stuurloos
werd) zodat zij met man en muis vergingen. Voor
de meestal straatarme kustbewoners betekende
de stranding van een schip een welkome afwis
seling en de lading een belangrijke aanvulling op
het inkomen. Omdat de lading pas verbeurd ver
klaard was als alle bemanningsleden waren om
gekomen, gebeurde het dat overlevenden werden
vermoord waarna het schip werd geplunderd.
Soms lokte men schepen zelfs naar de kust tijdens
woeste stormen door grote vuren op de duinen
te stoken. Hierdoor dacht de bemanning van het
door de storm belaagde schip een veilige haven
binnen te lopen en zo de storm te mijden. Maar
het schip strandde op de kust, met alle rampza
lige gevolgen van dien.
Door de overheid werd al in de zestiende eeuw
geprobeerd aan deze praktijken een eind te ma
ken door strenge verordeningen. Zo werd een
strandvonder aangesteld om toezicht te houden
op goederen die aanspoelden op het strand en
stonden zware straffen op het jutten. Toch hiel
pen deze maatregelen niet, de kustbevolking
was buitengewoon inventief in het ontlopen van
de strandvonder om het jutten van waardevolle
spullen en het plunderen van scheepswrakken
voort te zetten.
Pas aan het eind van de achttiende eeuw werden
pogingen ondernomen om hulp te bieden aan de
overlevenden van scheepsrampen. Er werden red
dingboten gestationeerd langs de kust. De stran
ding van het schip 'De Vreede' op 14 oktober
1824, waarbij een aantal dappere kustbewoners
omkwam tijdens een reddingspoging, vormde de
directe aanleiding tot de oprichting van twee red
dingsmaatschappijen. In Amsterdam werd door
vijf notabelen de Noord- en Zuid-Hollandsche
Redding-Maatschappij opgericht (NZHRM,
ook wel bekend als 'de Noord'). In Rotterdam
ontstond de Zuid-Hollandsche Maatschappij
tot Redding van Schipbreukelingen (ZHMRS,
'de Zuid'). Het werkterrein van 'de Noord' be
sloeg de Noordzee-kustlijn boven Ter Heijde (net
boven Hoek van Holland), inclusief Waddenge
bied en IJsselmeer, dat van 'de Zuid' besloeg de
Noordzee-kust tot en met Ter Heijde. In 1949
kregen zij bij hun 125-jarig bestaan het predikaat
'Koninklijke'. In 1990 werd besloten tot een fusie
van beide maatschappijen: de krachten werden in
1991 gebundeld in de Koninklijke Nederlandse
Redding Maatschappij (KNRM)
De reddingsboot "Prins Hendrikafgemeerd aan de bui
tenzijde van het museum
Beide maatschappijen werden gerund door vrij
willigers, die ervoor zorgden dat in 1825 al 20
reddingstations operationeel waren.Tot 1895 wa
ren alleen roeireddingboten beschikbaar, die met
acht of tien paarden de zee in werden getrokken.
Met een vliegende storm geen gemakkelijk kar
wei; soms lukte het niet om met de roeiredding-
boot door de branding te komen. Vaak braken de
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 20e jaargang nr. 2 - 2008