- 52
PREEKWOORDEN OP ZIJN WlERINGS (DEEL 5)
Verzameld door Dirk P. Lont
't Dröögt gien skutteldoek vandaag.
Het droogt geen vaatdoek vandaag.
Wat bin je me toch een grote hüllest.
Wat ben je een grote klomp.
Je bent een grote stommerd
Komme de stoppele op't langt
Den is de zeurner an de kangt.
Komen de stoppelen op 't land
Dan is de zomer voorbij.
Den bin je aardig in de aap gelogeerd.
Daar ben je dan mooi klaar mee.
Wat de ien soit, skoffelt een aar weer ongerste-
boven.
Wat de een zaait schojfelt een ander weer
onder.
Wat de ene maakt, vernield een ander weer.
Ieder skot is nag gien inktveugel.
Ieder schot is nog niet raak. Inktveugel is
een eend
Een voorbeeld:
Jan: Moeder ik denk dat ik moet
trouwen.
Moeder: Waarom?
Jan: Marie en ik zijn naar bed geweest.
Moeder: Nó jongen, ieder skot is nag gien
inktveugel
Hew je de zoute kater soent?
Heb je de zoute kater gezoend?
Vraag aan iemand die na een avondje uit
veel dorst heeft.
Skone menske hewwe ök smerugge streke.
Schone mensen hebben ook smerige streken.
Ik wou dat ik 't in een besketen doekje had.
Bijvoorbeeld iemand wint de 100.000 en
dan zei men
Onweer deur 't kale houtmaakt 't voerjaar guur
in koud.
Onweer door 't kale hout,maakt het voor
jaar guur en koud
Foer een skeet in drie knikkers.
Als iets voor een heel klein beetje verkocht
werd
Sufferd zou ók maar hij is eerder sturven.
Die sujferd zou dat ook, maar hij is eerder
gestorven.
As je weet weer 't is, den is 't nooit veert weg.
Als je weet waar het is, dan is het nooit ver
weg.
Die het um niet lang plage litten.
Dat heeft zich niet lang laten plagen.
Die klus was gauw geklaard.
'tWoit temet so hard dat der niet deurheen
douwe ken.
'tWaait bijna zo hard datje er niet doorheen
kunt duwen.
Dat hangt as droog sangt an mekaar.
Dat hangt als droog zand aan elkaar.
Als ergens geen verband in zit.
Stiekele moie is stiekele soie.
Stekels maaien is stekels zaaien
Dit gezegde komt doordat als je stekels maaide
dan liepen die weer uit met verscheidene uit
lopers op de afgemaaide plant en daarom
moesten ze er uit gestoken worden maar dat
gaf veel meer werk
Hê je een tarrel in je harses?
Heb je een schapenkeutel in je hoofd?
Als iemand iets zegt dat een beetje vreemd
overkomt
Hij glimt weer as een kleermakerskont in de
maneskien,
Als iets weer glimmend is opgepoetst.
Nouw is ut skot goed mis.
Nu is het schot goed mis.
Voorbeeld; er is mooie muziek op de radio en
dan komt er iets dat heel anders is en helemaal
uit de toon valt.
Je bint een goeie lanteern maar je geeft niet veul
licht.
Je bent een goede lantaarn maar je geeft niet
veel licht.
Als iemand ergens staat en het licht tegen
houdt.
Wat geeft een aar om een aar.
Wat geeft een ander om en ander.
Hij lööpt op sien leste krogje. Sie loopt op heur
leste krogje.
Zij lopen op hun laatste weitje.
Iemand op hoge leeftijd
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 20e jaargang nr. 2 - 2008