- 29 -
ken. Dit soepje wordt gefilterd en ingedampt in
schalen tot een dikke stroop overblijft, de cachou.
Deze stroop wordt gegoten in vierkante bakjes
van aardewerk, waarin een velletje pakpapier ligt,
en verder ingedroogd tot het blokjes zijn. Deze
kunnen vervolgens verpakt worden in een kist, of
in een jute zak. Vaak werden de houtsnippers nog
een tweede keer opgekookt en uitgetrokken, maar
dat gaf een mindere kwaliteit cachou. Er is nog
een plant, die een soort cachou levert, de Unca-
ria Gambier. De kwaliteit van deze cachou schijnt
minder goed te zijn, volgens een oude prijscou
rant.
Aanvankelijk was het maken van cachou huis
industrie, omstreeks 1900 werden er fabriek
jes opgezet voor de productie. Dat er wel wat
in omging, blijkt uit de cijfers: in 1869-70 werd
er 10.782.000 kg uitgevoerd uit India. In 1898
was de uitvoer uit de haven Rangoon 3.740.000
kg, het jaar daarop 5.120.000 kg, en in 1900
6.800.000 kg. Van de uitvoer uit andere havens in
India, Borneo en Oost-Afrika heb ik geen cijfers,
maar die zal ook behoorlijk groot zijn geweest.
Wel heb ik enkele cijfers over het verbruik hier:
Eén van de taanderijen in Vlaardingen gebruikte
in 1904 ruim 31.000 kg cachou voor het tanen
van bijna 42.000 haringnetten. De prijs van de
cachou was 15,75 7,16) per kist van 50 kg.
In het jaarboek 2002 van het Visserij museum te
Vlaardingen staat een foto waarop je een stuk of
zes betonnen taanbakken ziet, elk met een inhoud
van 20 a 30 kubieke meter. Daar is onzeWierin-
ger taanketel kinderspel bij.
Cachou heeft een hele specifieke, sterke geur. De
smaak is enigszins wrang, daarna zoetig. Men
schijnt er in de tropen ook wel op te kauwen, zo
als op betel of sirih. Er zijn twee soorten, geel en
bruin, wij kennen alleen de bruine soort. Er is ca
chou in poedervorm in de handel geweest, maar
die gaf een minder goed resultaat. De kleur wordt
verder nog beïnvloed door het materiaal van de
taanketel, een koperen ketel geeft een bruinere
taan, een ijzeren ketel een wat grauwere kleur.
Zeewater in de taanketel geeft ook een minder
bruine kleur dan zoetwater volgens oude visser-
lui. Katoen en vlasdoek worden prachtig roest
bruin, halfomdoek en kunststof doek grijsgrauw.
Op veel plaatsen in Europa werd aan de taan ook
nog gele- of rode oker, of een ijzeroxide rood (Vo-
lendam bijv.) toegevoegd voor de kleur en het
vullen van de vezel van losser geweven zeildoek.
Vaak ging er dan nog wat goedkope olie of vet bij,
bijvoorbeeld ranzige boter, haringolie of honds
haaiolie. Het doek werd er gladder van, maar het
stonk nogal, en er waren problemen met honge
rige muizen. In 1960 kreeg ik van een Volendam-
mer visserman een recept voor het behandelen
van een zeil en fok van een grote botter: 10 pond
(5 kg) dodekop, vijf kan (liter) gekookte lijnolie,
mengen in een emmer water, het mengsel moet
een klein beetje stroperig zijn. Dodekop is een
oude naam voor ijzeroxiderood, en is verkrijgbaar
bij de bouwmaterialenhandel. Het wordt gebruikt
voor het kleuren van cement en voegspecie.
Tegenwoordig wordt cachou verpakt in jute zak
ken met een inhoud van 50 kg, vroeger zat het
in kisten, die ingenaaid waren in jute. Enige tijd
geleden kreeg ik zo'n kist cachou. Deze kist - ook
van acaciahout gemaakt- bevatte 16 in papier
verpakte blokken cachou, ongeveer 18 cm in het
vierkant, en acht cm hoog, in twee lagen van acht
blokken. Op het papier een stempel in blauwe
inkt: DRIFTER BRAND in een gestileerd schip,
en eronder: REGISTERED PURE CUTCH.
Hetzelfde merk staat ook op de jute omkleding
van de kist. Op de kopkant van de kist staat:
CUTCH en I.W.P. CO. LTD.
Cachou in zakken wordt hier nog geleverd door
de Visserij coöperatie in Den Oever, en kost onge
veer 7, - per kilo. De levering zal in de toekomst
wel wat moeilijker worden, er is bijna geen handel
meer in cachou. Nog slechts enkele IJsselmeer-
vissers gebruiken het, om de aangroei van de pa
lingfuiken tegen te gaan.
Het tanen van de zeilen van onze schepen past
beter in het tijdsbeeld dat we trachten te geven,
dan het gebruik van kledensmeer. Bovendien is
de conservering met cachou minstens zo goed, of
beter dan met kledensmeer, dus sluit ik af met:
Taan ze!
Bronnen:
De cachou en hare vervalschingen, brochure Fa. Lankhorst,
Sneek, uitgegeven 1900, met dank aan Mevr. A. Poldervaart,
Visserijmuseum, Vlaardingen.
Red sails into the sunset, artikel door Hermann Ostermann
in Wooden Bo&?
Lohen- eine uralte Konservierungsmethode für Netze und
Segel, Hermann Ostermann
Tanen en Cachou, door Hannes Fey, in Beun 5 6, Vereniging
tot behoud van de zalmschouw.
Traditional boats and tall ships, april-mei 2000.
Netwerk, jaarboek 2002, Visserijmuseum, Vlaardingen.
Diverse oude visserij artikelen prijscouranten van Lankhorst,
Jan Pen, Ver. Goudse Garen- en Touwfabrieken, etc.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hóógte" - 20e jaargang nr. 1 - 2008