PREEKWOORDEN OR ZIJN WlERINGS (DEEL 3)
Verzameld door Dirk P. Lont
Deer ken de kachel niet van brangde.
Daar kan de kachel niet van branden.
Als je te weinig krijgt om iets van te doen
Hij lööpt as een haan mit stront an sien pöte.
Een verwaand iemand.
Die seit ök gien pruum voer een mangd vol.
Die zegt ook geen pruim voor een mand vol.
Iemand die weinig of bijna of niets zegt.
Hij is puur in sien wuuk skoten.
Hij is in zijn wiek geschoten.
Hij is nogal aangebrand.
Hij komt altijd mit viege na paask.
Hij komt altijd met vijgen na Pasen.
Iemand die altijd met alles te laat komt.
Hij siet er uut as een vars liek.
Hij ziet er uit als een vers lijk.
Erg bleek er uit zien.
't Loopt uut de lieke.
Visserstaal. Het loopt uit de lijken.
't Loopt uit de hand.
Oud in mol den is er niks te dol.
Oud en mal dan is er niets te dol.
Niets is te gek wanneer je op oudere leeftijd
verliefd wordt.
't Binne allegaar diggele in kröge.
't Zijn allemaal diggelen en gescheurde scha
len.
Kröge of kramde nappe zijn houten schalen
die door middel van een kram gerepareerd
zijn. Met kramde nappen worden ook ge
handicapte oude mensen mee bedoeld.
As de knecht een knecht het den het de baas er
twie.
Als de knecht een knecht heeft dan heeft de
baas er twee.
Het gebeurt wel eens dat een knecht een
hulpje heeft, vandaar.
Dat mes is só stomp dat je ken dur op je kont
mee naar Keulen rije in den denk je dat je eerst
klas reist hewwe.
Als een mes heel erg stomp is.
't Regent riesdaalders.
Als na een droge tijd een flinke regenbui valt.
Hij begint al aardig op de stoppele te lopen.
Iemand omstreeks dertig jaar die nog onge
trouwd is.
Je ken wel in de winter sóie maar ut moet toch in
de zeumer groeie.
Als je ergens te vroeg mee bent begonnen en
de boel is mislukt.
Sö gload as een ulkje.
Kan meerdere dingen betekenen bijvoorbeeld
blij kijken of iets dat erg glad is en glimt.
So koud as atter.
Als het koud is en naar regen staat.
(atter etter)
't Is 't sop van de kóól niet waard.
Het is de moeite niet waard om er over te
praten.
Weer een are plaat ur op.
Als iemand steeds over iets anders begint.
Die is nag al öngertuugd.
Een persoon die vreemd gekleed is.
Hij komt al aardig opperdan.
Hij komt al aardig in de nabijheid.
Dat lööpt as dikke stront in de winter.
Als iets heel langzaam verloopt.
Die zit as een broeske hen op dur óiere.
Iemand die zeer vasthoudend is.
't Liekt wel of je vastfroren zit.
Wordt gezegd als iemand niet van zijn plaats
is te branden.
Je weet nooit of je voer eb of voer vloed lég mit
him.
Je weet nooit waar je aan toe bent met hem.
Den is 't beurt mit de koopman.
Als er iets gebeurd dat de plannen in de war
stuur.
Hij is sö groosk as een ouwe aap.
Hij is zo trots als een oude aap.
Nachs viske, overdag nette droge.
's Nachts vissen, overdag netten drogen,
's Nachts feest vieren, overdag aan het
werk.
Dat ken de bruun niet trekke.
Dat kan ik niet betalen, (bruun is het paard,
de bruin)
Dat is uut in, in mien gat mit die twie, dat komt
niet goed.
Als twee personen te veel bij elkaar zitten.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hóógte" - 19e jaargang nr. 5 - 2007