- Ill -
Kroningsfeesten koningin Wilhelmina 1898
lijk was daar wel wat voor nodig voor zo'n groot gezin.
Maar men wist van aanpakken en Jan Metselaar was
in het bezit van een prima vissersaak, de WR 72. En
over dit scheepje, de WR 72, was ook nu weer veel te pra
ten. En vertellen kan oom Jan. Het was het jaar 1898,
5 en 6 september de feestdagen van het kroningsfeest
van de jonge koningin Wilhelmina. Daar zou ook bij
zijn een grote vlootshow op het IJ in Amsterdam. Daar
zouden aan meedoen van alle vissersplaatsen langs en
in de Zuiderzee, één schip van elke plaats. Voor Wierin-
gen was de WR 72 uitgekozen. U zult begrijpen dat er
geverfd, geboend en gepoetst werd, om goed voor de dag
te komen. Op de dag van de show vertrokken zij al
heel vroeg, Jan Metselaar met bemanning aan boord,
de toen zijnde burgemeester L.C. Kolff, de heer Anton
Zomerdijk als vertegenwoordiger van de bevolking. Het
bijzonder goede zeilweer zorgde ervoor dat men op tijd
aanwezig zou zijn.
Tijdens het meevaren in deze show op het grote IJ,
werd het schip de WR 72 uitgekozen voor een bezoek
aan boord door H.M. de Koningin. Deze onderschei
ding ging gepaard met veel zorgen en protocol. Er werd
aan de reling een heel zware, uit eikenhout gemaak
te, trap geplaatst. Voorzien van leuning en treden van
mooi uitgewerkt koperwerk. De treden vooral uitgewerkt
om uitglijden te voorkomen. Een prachtig stuk werk,
hetwelk na afloop aan de Gemeente Wieringen werd
geschonken. De Koningin, omringd door vele zeer voor
naam doende heren, voerde een ongedwongen gesprek met
de Burgemeester, een aristocratische man met veel gevoel
voor Wieringer eenvoud, met Zomerdijk en Metselaar.
Liet zich inlichten over de bronnen van bestaan, de le
venswijze, de verhoudingen op allerlei gebied, kortom zij
toonde overal belangstelling voor. Oom Jan wil het wel
weten, hij en Zomerdijk waren nogal zenuwachtig ge
weest die dag.
Het spreekt wel vanzelf dat dit gesprek voor Kees een
gesprek was om nooit te vergeten. Hij was nog zo jong,
misschien riep dit wel twijfel bij hem op. Hij had op
school ook altijd liedjes moeten meezingen als: "Het is
de plicht dat iedere jongen aan de onafhankelijkheid
van zijn geliefde Vaderland zijn beste krachten wijdt","
of "Voor Koningin en Vaderland waakt iedere jongen
mee". Is dit dan allemaal wel nodig? Nee toch? Wie zou
het in zijn hoofd krijgen om deze lieve, jonge koningin
kwaad te doen? En dat Vaderland? Vader had helemaal
geen land. Van wie was dan toch al dat land en water?
Maar de jeugd vraagt altijd en omdat de zeden en ge
woonten altijd weer anders zijn zal dit altijd zo blijven.
Het is aan de ouders om te trachten het goede antwoord
te geven.
Na afscheid van de familie bekijken zij eerst nog even
het nieuw gebouwde dubbele woonhuis van oom Jan. De
bewoners zijn de pas getrouwde Dirk Dirks en Christina
Kooij en Luit de Jongh en Alie Visser. Beneden aan de
dijk het typisch oude gebouwtje waarin Simon Wigbout,
visserman, en gezin wonen, met als medebuurman Gert
Omis en Trijntje Doves. Gerrit is een van alles doende
werker. Oom Jan zegt dat hij vanmiddag nog even naar
Dörp kuiert.'
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 19e jaargang nr. 4 - 2007