PECIFIEKE GEVOLGEN VAN DE AFSLUITDIJK - 61 - De gevolgen van de Afsluitdijk voor de hoeren van de Grië op Terschelling De Grië is eens stuk land achter de dwarsdijk voorbij het dorp Oosterend op Terschelling; het ligt onbeschermd aan de Waddenzee. De vraag die wordt gesteld is; zijn er aantoonbare gevolgen voor de Grië, door de aanleg van de Afsluitdijk. Waterstaatkundig overzicht van de Grië door de eeuwen heen. De historie "Wie water deert, die water keert", is een oud Nederlands gezegde, dat ook voor de Grië al meer dan drie eeuwen geleden heeft gegolden. Op de kaart van Sybrandt Hansz, vervaardigd in de 16e eeuw is de Grië namelijk al bedijkt, hier mee wordt waarschijnlijk de kleistrook beneden de hoge rug bedoeld. De dijk loopt vanaf Oosterend langs de Oeltjes tot aan de Hoek van Dune en werd "den Nieuwe Dijck" genoemd in tegenstelling tot "den Oude Dijck", de thans nog aanwezige polderdijk ten zuidoosten van Oosterend. Dijk in die tijd wil niet meer zeggen dan een kade, welke in staat was een flink stormtij te keren. Hoelang de dijk heeft stand gehouden is niet bekend. Ook is on bekend hoe de afwatering van het gebied was ge regeld. De agrarische belangen moeten toen der tijd wel groot zijn geweest om een kade aan te leggen langs een relatief klein gebied. Hoe het ook zij, al eeuwen geleden hadden de Terschel- lingers er belang bij dat de Grië werd beschermd tegen de zee. 1879-1938 - Pogingen de Grië te behouden mislukken De eerste correspondentie over de Grië in het archief van Rijkswaterstaat Terschelling begint in 1879 naar aanleiding van een klacht van de in gezetenen uit Oosterend. De eerste klacht gaat over de beplanting tot het behoud der duinen, wel plaats vindt op andere delen van het eiland, doch niet langs hun eigendommen. De tweede klacht is dat er niets gedaan wordt aan de voor- schrijdende afslag van de kwelderrand, waardoor veel land verloren gaat. Het antwoord aan de ingezetenen van Oosterend luidt tenslotte: a. dat adressanten, wat de klacht over benade ling hunner eigendommen wegens verstui ving van de duinen ten noorden van de Grië betreft worden verwezen naar het bestuur hunner gemeente. b. Dat wat de verdeling van de Grië langs de Zuiderzee aangaat aan adressanten wordt te kennen gegeven, dat geen termen zijn gevon den om aan hun verzoek te voldoen. Hierna blijft het stil rond de Grië tot 1932. In dat jaar richten Burgemeester en Wethouders van Terschelling zich tot de Minister van Wa terstaat op verzoek van Jacob Roos en Reinder Groendijk, beiden landbouwer te Oosterend. Ze hebben land ten zuiden van de Griëdijk (Oel tjes) en de Grië. De laatste twee jaar is er ca 15 hectare weggeslagen. Bij de Oeltjes is de strook grond op sommige plaatsen nog slechts 15 me ter breed tot aan de Griëdijk. In 1932 kwam de Afsluitdijk gereed, zodat deze afslag nog niet het gevolg kon zijn van de waterstandverhoging door de afsluiting. Vermoedelijk is dit veeleer een ge volg van de totale wadverlaging, die er ook toe heeft geleid dat men de teenvoorziening van de dijk van de Terschellingerpolder moest verlen gen. Gezien het feit dat het schrijven van B.en W. geen maatregelen tot gevolg heeft gehad, moet worden aangenomen dat het Rijk negatief op het verzoek heeft gereageerd. 1938 - 1942 Na de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 wordt pas in 1938 weer voor het eerst actie onderno men om iets aan de Grië te doen. De problemen betreffen nu niet alleen de afslag, maar ook het onderwater lopen van grote delen van de Grië bij hoge tijden. Hierdoor verandert de vegetatie en is er geen goed grasgewas voor het vee. Ook het aanwezige akkerland heeft te lijden van het hoge water. De kwestie wordt aangekaart via de Hollandse Maatschappij van Landbouw bij de Dienst van de Zuiderzeewerken. Door de afsluiting heeft na- Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 19e jaargang nr. 2 - 2007

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2007 | | pagina 27