a
- 147 -
01AAR EEN FOTO
door Kees Hos, Westerland
Jan Engel met zijn manden
Deze foto is vermoedelijk omstreeks 1943 ge
maakt. De man op de foto is Jan Engel Janzn.,
geboren op 31 maart 1897 opWieringen en daar
overleden 26 juni 1983. Hij was visserman van
beroep, evenals zijn vader, maar vond het vissen
eigenlijk niet zo leuk. Vaak deed hij los werk voor
aannemers of, zoals op de foto, vlocht hij man
den en kubben voor anderen. Hij zit hier op het
erf van meelmolen 'De Poolster', op Wieringen
beter bekend als 'De Pool'. Het blok hout on
der de kubben is waarschijnlijk bedoeld voor de
reparatie van de molen. In de winter 1943-'44
kreeg de molen een grondige herstelbeurt. Op
vrijdag 5 mei 1944 was de molen weer helemaal
gereed, en diezelfde nacht brandde hij door blikseminslag tot de grond af. Op de foto kijk je langs de
Gemeenlandsweg, richting Den Oever. Rechts achter de molen zie je de oude timmerschuur staan,
die ook op de kubbenfoto te zien is. Die schuur (is in maart 2006 gesloopt, redactie) staat er nu nog
steeds, maar de bouwladder is weg. Opgevreten door de houtworm denk ik. Er waren eerder in Den
Oever en in Westerland nog twee
kubben- en mandenvlechters ac
tief, van wie Albert Lont. 'Albert
de Keur', wonende in de Holle
balg, de beste manden maakte.
Elk soort mand stelde zijn eigen
eisen. De kunst was bijvoorbeeld
bij aalmanden, dat rondom even
veel hout zat gevlochten, zodat ze
recht bleven drijven, anders ging
de paling eruit. Omdat de wilgen
tenen natuurlijk in dikte verlopen,
is dit lang niet eenvoudig. Krukel-
manden, die van rotan werden ge
vlochten, mochten niet kraken, als
ze op hun kant gezet werden en je erop ging zitten. Albert verstond die kunst. Vroeger waren er op
Wieringen verscheidene vissers die met kubben visten. Zoals beschreven in de boeken van Peter
Dorleijn, werden de kubben in het zuidelijk deel van de Zuiderzee met een touwtje aan een schuin
in de bodem staande stok gehangen, net vrij van de bodem. Dat kon daar, omdat er weinig stroming
in het water zat. Op de visgronden rond Wieringen was dat
door de veel getijdenstroom niet mogelijk. De kubben zou
den door de stroming horizontaal aan de oppervlakte van
het water komen drijven. Na de aanleg van de Afsluitdijk
werd er op het IJsselmeer wel met tenen kubben gevist. Op
het wad is het ook geprobeerd; de kubben werden dan met
het dichte eind vastgemaakt aan de over de bodem veran
kerde lijn. Zo bleven ze bij de grond, en konden toch met
de eb- en vloedstroom meedraaien. Dit was noodzakelijk,
omdat de kubben anders vol raken met wier en veenbrokken en andere dingen die een visserman
liever niet in zijn vistuig heeft. Deze kubben sleten nogal van dat gerommel over de bodem elk getij,
zodat er vaak schade aan was en ze spoedig vervangen moesten worden. Later werden ze van netwerk
Meelmolen "De poolster
Een latere versie van de palingkub
-rr:\
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 18e jaargang nr. 5 - 2006