NLEIDING - 71 - Toen de Breezandse visser Lou Voorthuijzen in juni 1933 de haven van Den Oever binnenliep was heel het leven in de wateren rond Wieringen verstoord. Rechte lijnen komen in de natuur niet voor, werd er tot dan toe beweerd. En nu lag er die liniaal van de Afsluitdijk! De gevolgen waren er naar. De waterstand was een stuk hoger dan voorheen, dijken moesten worden verhoogd. De stromingen volgden andere routes. Zandafzettingen en slib hoogden buitendijkse gebie den op waar eerder diep water was geweest. De vissen waren hele maal van slag want hun kraamka mer, de Zuiderzee, was afgesloten en onbereikbaar geworden. Het wier verdween en daarmee ook de alikruiken. De Wieringer vissers waren ge dwongen om zich te heroriënteren Dikke paling (foto Maaskant) °P hun beroep" Sommige wierpen de handdoek in de ring en school den zich om met behulp van een uitkering uit het Zuiderzeesteunfonds. Cor en Broer Wit besloten van het wier over te gaan op de palingvisserij. Twee jaar lang verdienden ze geen stuiver, de paling Een rijk ansjovisjaar (foto gemeentearchief Wieringen Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hóógte" - 18e jaargang nr. 3 - 2006

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2006 | | pagina 5