- -rtrr r«"T
.rssjs.
Qan Zuiderzeevisser tot IJsselmeerkantonnier
- 85 -
11
Zuiderzeesteunwet
Voor Jan van Reintje was de aanleg van de Afsluitdijk een zegen. Maar dat besefte hij pas achteraf.
Net als alle andere vissers voelde hij zich eerst door de aanleg van de dijk in zijn bestaan bedreigd.
Zou er wel een broodwinning zijn in de nieuwe situatie?
In Den Oever maakten ze zich wat minder zorgen dan in Volendam, Spakenburg of op Urk. De
Wieringers konden gemakkelijk de Noordzee op gaan. Maar dan moest er geïnvesteerd worden in
zeewaardige schepen, de Wieringer aken waren voor diepere gronden minder geschikt. Sommige
vissers hadden dat met de dood
moeten bekopen. Een enkeling
liet zich op kosten van de Zui
derzeesteunwet omscholen, voor
de meesten gold: eenmaal visser,
altijd visser.
Jan van Reintje kon aan de slag
als bakschipper bij de Zuider
zeewerken. Met een onderlosser
vervoerde hij keileem en basalt
blokken. Van de Steunwet kreeg
hij een uitkering wegens waarde
vermindering van zijn visbedrijf.
Dat, en zijn loon als bakschipper
was voldoende voor een nieuw
bestaan. Hij had er als een berg
tegenop gezien. Zijn hele leven
was hij eigen baas geweest. Maar hij moest wat anders nu zijn broer een andere compagnon had
verkozen. Voor zijn gezondheid was het al gauw beter gebleken. Het vissersvak is een zwaar beroep
en Jan was de vijftig inmiddels gepasseerd. Hij had al jaren een maagkwaal net als zoveel collega s.
Het leek wel een beroepsziekte. Hun magen hadden het flink te verduren door het vele overboord
hangen bij het inhalen van de netten. Ook zijn er die beweren dat de magen te veel last hadden van
de liters koffie die ze te verwerken kregen. Koffie, om maar wakker te blijven! De kwaal bleef er even
pijnlijk om.
Ook voor het zielenleven van Jan van Reintje bleek de omschake- jjs p0fvers
ling naar ander werk een zegen. In zijn nieuwe baan kwam hij in i
contact met de twee jonge predikanten die door de Zuiderzeedi-
rectie waren aangesteld voor evangelisatiewerk onder de Zuider-
zeewerkers. Dat waren ds. Frank en ds. Lofvers, met wie hij goed
kon opschieten. Maar Lofvers werd zijn vriend.
De dommee schrijft boeken over zijn Zuiderzeetijd en over de
kennismaking met de bakschipper:
Hij had bij de bushalte staan wachten en Jan van Reintje
had hem aangesproken:
"Is u die zendeling? Ze hebben mij gezegd dat u het bent!
De dominee las zoveel blijde verrassing op dat gezicht, dat
hij werkelijk niet wist, wat hij hiervan denken moest. Zoo'n
tegemoetkoming was hij niet gewend. En toen hij de vraag
bevestigd had, stelde de vreemde zich voor als Jan Tijsen
en drong er bij hem zoo sterk op aan even met hem mee te
gaan naar zijn huis, dat hij onmogelijk kon weigeren.
d.d.
l£
ingekomen l/"w' i
De U lot wederopzeggens toegekende geldelijke tegemoetkoming wordt met ingang vmT
- Yi^ftieti puldcn vijf* tvrintig
X-7-1945 7crh.oogd van f» 14.-- op lj
cent (f. 15.25) per week.
AMSTERDAM, 27 Juni 1946,
ytJIRECTRUR VAN DEN RIJKSDIENST TER
Ïtvoerinq van de zuiderzeesteunwet,
izn.(KCD!23-3-79)
Jan Tljeen
costraat 12,
IKAIHGE»
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 18e jaargang nr. 3 - 2006