- 38 -
dan de huidige polder blijkt uit het feit dat bij het in de dertiger jaren van de vorige eeuw in cul
tuur brengen van de Wieringermeer de fundamenten van één van genoemde molens is opgegraven.
Evenzo blijkt dit uit het feit dat in de nabijheid van de molenfundatie dichtgeslibde sloten en grep
pels zijn gevonden.
Voor het overige is het interessant te vermelden dat er aan de zeezijde van de Wierdijk ter hoogte
van de Elft ook sporen van sloten en greppels zijn gevonden. Reconstructie heeft uitgewezen dat ter
hoogte van het huisje van thans Jan Koops senior de Elft rechtdoor naar de tweede polder gesitu
eerd is geweest. Op een kaart uit de 50er jaren van de 18e eeuw is dit nog enigszins waar te nemen.
Het tracé van genoemde weg doortrekkende kwam men ongeveer uit bij de thans bekende splitsing
Burgerweg/Polderweg. Een goede waarnemer ontdekt thans dat de Wierdijk ter plaatse van de vroe
gere coupure een verlaging in zich heeft. Dit is waarschijnlijk te verklaren doordat bij het sluiten van
de vroegere coupure geen wier is gebruikt en de gestorte grond steeds verder is ingeklonken. Uit
voornoemde reconstructie kan men verder opmaken dat de kavels en daarmee de sloten en greppels
van de tweede polder schuiner liepen dan bij de huidige polder. Dit kwam waarschijnlijk doordat de
genoemde polder veel groter was dan de huidige en daardoor de ligging ten opzichte van het eiland
eveneens anders was.
Het Wieringer Nieuwland heeft het tot 1683 volgehouden. Het geweld van de zee zorgde er voor dat
er grote gaten in de dijk werden geslagen en de gehele polder werd geïnundeerd. Het is niet duidelijk
waarom de doorgebroken dijken nadien niet zijn hersteld.
Polder Waard-Nieuwland
water buiten gesloten
wat is nieuw land waard
De Polder Waard-Nieuwland
In 1846 wordt een kleiner gedeelte van het eerder verdronken Wieringer Nieuwland ingepolderd
en komt dan Polder Waard-Nieuwland te heten. Dat is de polder zoals we deze nu kennen. Van de
geschiedenis van de huidige polder is gelukkig meer bewaard gebleven. Met het bedijken van de
aangeslibde buitengronden werd aan de zuidoost zijde vanWieringen in maart 1846 een begin ge
maakt. Honderden mensen hebben aan de waterkering van de polder gewerkt. De benodigde grond
werd gehaald uit het langs de aan te leggen zeedijk gegraven dijk- of kwelkanaal. Van de grond uit de
zogenaamde voorboezem werd de zogenoemde boezem- of polderkade opgeworpen. De voorboezem
zou nodig kunnen zijn om het te veel aan overtollig water in de polder tijdelijk op te slaan. Zo maakte
men werk met werk. Om zich te vergewissen dat men in de droge kon blijven werken werden ter
weerzijden van het werkgebied zogenoemde hulpkaden aangelegd. Voorheen werden dat vorstkaden
genoemd.
Gelijkertijd werd er bij de Grote Kaap (aan de oostkant van de nieuwe polder) een dubbele uitlaat-
sluis gebouwd. Deze suatiesluis was nodig om het water enerzijds van de Stroeër Koog en anderzijds
van de toekomstige polder af te voeren. Voordat de polder werd aangelegd werd dit overtollige water
van genoemde koog via een sluisje in zee geloosd. Ter verzekering van de uitwatering van de deze
koog werd tijdens het aanleggen van de polderdijk langs de zuidelijke waterkering van het eiland een
uitwateringsgeul of boezem gegraven van het Stroeërsluisje tot de nieuwe sluis bij de Grote Kaap.
Deze sluis was eerder gereed dan de nieuwe dijk en dank zij de genoemde vorstkaden kon al spoedig
worden begonnen met het ontwateren van de polder. Dit werd zoveel mogelijk gedaan door het wa
ter, bij laagtij van de Zuiderzee, uit te laten. Later zou men hier veel voordeel van ondervinden.
Watermolen
In mei 1846 werd, nabij het laagste deel van de polder, een begin gemaakt met het bouwen van een
kleine watermolen, type grondzeiler met vijzel, op de boezemkade. Het is wellicht interessant te
Hoe de bedijking en het graven van de kanalen van de polder in detail werd uitgevoerd valt buiten
het kader van dit artikel.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 18e jaargang nr. 2 - 2006