- 65 -
50 Jarig Jubileum
De Heer Gerbrand Smid 50 Jaar Visscher
De Wereld is in rouw gedompeld,
Geen "driekleur" wappert in de mast
't Is immers oorlog, overal,
Nu wordt men hier dan daar verrast
Door bom granaat ofmijngeweld
't Gesprek is "overval en doodslag"
Duizenden menschen neergeveld.
Somber moest deez' aanhef klinken,
Want ieder schepsel op deez' aard
Gevoeld de gruwelen om zich heen
En toch.toch moet ons danklied klinken
Vervuld met blijdschap onze reen!
Hier, in deze binnenkamer
Wordt 'n "levenstijd" herdacht,
Laten wij "werken" de revue passeren
Die door een visscher zijn volbracht!
'n Visscher, 'n volhardend strijder,
Vtor maatschappij en huisgezin,
Die, al ontmoette hij rotsen, klippen
Volharddeen, 't was voor hem gewin!
Hij kan getuigen dat "moed en wilskracht
Zal zegevieren op het end
Hij kan getuigen dat op "bid en werk"
God zijn zegen zeker zendt.
'n Halve eeuw is het geleden
Dat hij de visschersschuit betrad,
Dat hij zijn aandacht ging besteden
Aan 't werk waar hij zoo'n zin in had!
Toen was 't nog de vrije wereld,
Toen was de visscher in zijn element,
Toen lag dat ambt niet aan de ketting,
Toen was "dwingelandij" nog onbekend.
Vijftig jaar... wat veel veranderd
Gaat er nu om in zijn brein;
Vijftig jaar... waar is 't gebleven?
Wat is 'n menschenleven klein!
En..zijn gedachten die gaan verder,
Hij ziet het "haventje" van weleer,
Het "Zuider-en het Noorderhoofd"
Niets van dat al bestaat er meer!
Hij haalt voor hem nóg dat "zeegras"
O, wat was dat een schoone tijd!
Hard werken! zeker wel, dat was het
Doch de visscher hield van vlijt!
Hij haalt voor hem de "Ansjovisch"
Hij ziet nog de "koppers"aan de kant
Hij ziet nog de vele vaten,
't Werk voor menig rappe hand.
Wij mogen ook niet overslaan
Dat beroemde Hollandsche Zeebanket
Dat is de "haring" wel bekend
Zoo grif getrokken in het net.
Hij herinnert zich ook droeve tijden
Van stormweer en holle zee,
Want al bracht zij 'n rijk stuk brood
Zij bracht ook veel onheil mee.
Hij ziet voor zich de kameraden
Kampen met het woeste nat,
Waarin zij ten onder gingen...
Nimmer toch vergeet met dat!
Hij herinnert zich 1914
Toen de oorlogsklokken luidden,
Toen ieder verslagen en bevreesd
Niet wist wat dat moest beduiden!
Hij haalt zich in herinnering
Hoe toen 't geknecht der visscherij begon,
Het oprichten der D.E.T.V
Dat zooveel onheil overwon!
Hij ziet 'n groote dijk verrijzen,
De verslagenheid der visschersvloot
Zij zien hun vrij bedrijf bedreigen
Dat die dijk draagt in haar schoot!
Hij ziet zijn kroost aan en bedenkt:
"Moet gij ons mooie ambt nu derven,
"Wordt dat ons mooie visschersleven
Door de Staat gedoemd tot sterven?"
En zoo zouden zij nog veel kunnen noemen
Wat nu door zijn gedachten gaat,
Nu hij zijn visschers zorgenleven
De revue dan passeren laat.
Was zijn leven dus enkel zorgen?
Vraagt hu menigeen gewis,
Gerbrand Smid
Maartje Tijsen
Neen, o neen mijn waarde hoorders,
Dan hebt gij 't terdege mis!
Het spreekwoord "Tusschen de wolken schijnt
de zon"
Heeft hij terdege ondervonden,
Zeer veel blijdschap en veel zegen
Was aan zijn mooi bedrijf verbonden.
't Zou 'n boekdeel wel bevatten
Als ik alles hier beschrijven zou,
Wat die wakkere visscherman beleefde
Bijgestaan door zijne vrouw!
Want deez'laatste mogen wij niet vergeten,
Zij was zijn vraagbaak, zijn steunpilaar,
Zij deelden samen 's levens zorgen,
Zij deelden blijdschap met elkaar.
In zijn vijftig jaren visschersleven
Speelde zijn huwelijksleven een groote rol,
Van 't geluk dat daarin voorviel
In de Jubilaris vol!
En., nu zien wij daar hem zitten,
Bij zijn "Ga" en bij zijn "kroost",
Met de blijdschap op 't gelaat,
In zijn danken onverpoosd!
Onder de wenschen die hij ontvangt
Van allen die hem zijn bevriend
Zijn er ook verleen "buiten" visschers
En dat heeft hij ruim verdiend.
Hij streed voor de maatschappij,
Hij streed voor het kerkelijk leven,
Hij wou ondanks zijn drukke werkkring
Ook zijn kracht aan anderen geven.
En, nog is vol lust en ijver,
Nog is de maat nog niet gevuld,
Nog staart zijn oog ver in de toekomst,
Nog is hij vol van ongeduld.
Doch genoeg, wij kennen zijn natuur,
Zijn geestdrift, zonder woorden wel,
Zijn wilskracht is nog even sterk,
Zijn werklust is nog even fel.
Jubilaris, lieve Vader,
Wij zien met eerbied U thans aan,
Wij zullen streven U te evenaaren,
Wij willen op Uw voetpad gaan!
Uw levenswijze was 't symbool
Voor ons verder toekomstig leven,
Dankbaar aanvaarden wij Uw voorbeeld,
Wij zullen trachten 't na te streven!
En wij besluiten deze regelen
Met de bede in ons hart:
God, schenk hem een schoone toekomst,
En...geef hem krachten voor de start
Om voort te gaan, nog langen tijd
Tot welvaart voor de maatschappij,
Jubilaris, dat Uw toekomst
'n Zegen nog voor velen zij!!
M.J.B.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Höógte" - 18e jaargang nr. 2 - 2006