- 42 -
Derde molen
Hoewel de afwatering van de polder in de loop van de jaren sterk was verbeterd, bleef het toch
grotendeels zeuren. Vooral in het westelijk deel van de polder kon het overtollige water slecht wor
den afgevoerd. Ter versterking van de bemalingcapaciteit werd er ter hoogte van de boerderij "De
Meestoof'een kleine watermolen op de polderkade gebouwd. De "molensloot" achter de boerderij
zou daar nog aan herinneren. Van zowel de tweede als deze molen is niet bekend welk type er is ge
bruikt. Waarschijnlijk zijn het ook vijzelmolens geweest. Er zijn lange tijd twijfels geweest of de derde
molen er werkelijk heeft gestaan. Echter, een kaart van 1878 geeft duidelijk weer dat er inderdaad
een derde molen, zoals beschreven, heeft gestaan. Eveneens staat deze nog op een kaart van 1929
aangegeven.
Moeilijke tijd
De eerste drie decennia van de
Polder Waard-Nieuwland kun
nen als de zwaarste worden be
stempeld. Was de structuur van
de grond slecht; het ondeug
delijke water in de polder was
in die eerste tientallen jaren de
grootste vijand van zowel mens
als dier.
Drinkwater
De eerste ervaringen met het Qp dit kaartje is de plaats van de derde watermolen goed zichtbaar.
slechte water van de polder
deed de pioniers al spoedig naar mogelijkheden zoeken om aan goed drinkwater voor zowel mens
als dier te komen.Toen de eerste boerderijen werden gebouwd zocht men naar goede faciliteiten om
hemelwater op te slaan. Met een forse put die vol hemelwater zat, konden de menselijke bewoners
van de boerderij een heel eind vooruit. Echter, ook de dieren en het vee moesten zowel in de zomer
als in de staltijd over voldoende water kunnen beschikken. Voor de winterperiode bouwde men daar
toe een forse verswaterkelder onder de boerderij. Die kelders hadden soms afmetingen van twee bij
twee bij vier meter en waren opgebouwd uit steentjes. Het plafond daarvan had een boogvorm. Een
kelder met dergelijke afmetingen kon daarom ongeveer zestienduizend liter bevatten. Dat lijkt heel
veel, maar als men bedenkt dat een koe per dag zestig tot honderd liter water drinkt en de boer heeft
een beslag vee van bijvoorbeeld tien koeien, met daarnaast nog de andere dieren, dan is het snel
uitgerekend dat men met die voorraad de dieren maar korte tijd van water kon voorzien. Opgemerkt
moet worden dat er op het merendeel van de boerderijen in de polder landbouw werd bedreven en
er dikwijls maar drie tot vier koeien en wat jongvee op stal stonden.
"Conzelo"
Het is dan ook hoogst waarschijnlijk dat er zich onder die eerste boerderijen verscheidene kelders
van dat kaliber bevonden. Het is aangetoond dat er zich onder de in 1869 gebouwde boerderij "Con
zelo" (Met IJver) twee verswaterkelders bevonden. Eén onder het woongedeelte en één onder het
bedrijfsgedeelte van de boerderij. Eveneens was er onder het in 1870 gebouwde bijgebouw van de
boerderij een kelder. Dat bijgebouw werd in 1886 om onbekende reden gesloopt. Gelet op het feit
dat er in deze hoeve maximaal veertien koeien konden worden gemolken, is het is niet uit te sluiten
dat ook hier een gemengd bedrijf werd uitgeoefend.
Het is wellicht interessant te vermelden dat toen Nan Mulder Dzn. de boerderij in 1927
kocht, het niet bekend was of onder de plaats waar het bijgebouw vroeger had gestaan,
zich nog een kelder bevond. Toen de boerderij in 1973 afbrandde en men later met de sloop
van de restanten begon, ontdekte men de betrokken kelder.
r-tll,
watermolen
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 18e jaargang nr. 2 - 2006