- 17 -
Hoe oud was u toen?
Ik ben toen ik vijf jaar was naar school gegaan. Destijds begon het schooljaar nog in april. Jootje
heeft hier de eerste drie jaar op school gezeten.
5. Kwam u vaak bij de familie Lely thuis?
Enkel met verjaardagen.
Werden bij die verjaardagen ook uw broers of zusters uitgenodigd?
Nee, alleen ik. Mijn broer was zeven jaar ouder.
6. Wat deed u als vriendinnen vroeger samen?
Jootje woonde op Westerland en de afstand was te groot om na schooltijd samen te spelen. Zij
werd altijd met de auto gebracht en gehaald. We waren schoolvriendinnen. Met andere vrien
dinnen ging ik naar de "Dijk". We hadden verder geen speelgoed, dus gingen we daar alikruiken
en krabben vangen.
7. Wat ging u na de lagere school doen?
Ik mocht alle acht klassen doorlopen, maar daarna moest ik thuis in de winkel helpen. Mijn
broer mocht verder Ieren in Den Helder, aan de handelsschool. Dat was een hele kostbare
zaak voor mijn ouders. De rijksdaalder busgeld per week was iets verschrikkelijks. Er was geen
geld.
Mevrouw Fijnheer:
Het was ook heel gebruikelijk dat de jongens verder mochten leren, terwijl de meisjes thuisble
ven in de huishouding.
8. Bent u mevrouw Pieters-Lely uit het oog verloren, of heeft u nog regelmatig
contact?
Nee, wij hebben geen contact meer. Ik heb haar alleen nog in 1987 op de reünie van de Open
bare Lagere School (nu Alvitloschool) gesproken.
9. Vindt u het jammer dat Wieringen geen eiland meer is?
Nee hoor.
FAMILIE LELY
10. Had mevrouw Pieters-Lely als kind op de lagere school een aparte status?
Was het merkbaar dat zij een kind van de grote ingenieur was?
Niemand heeft daar eigenlijk ooit bij stil gestaan. Je was kinderen met elkaar. Er waren ook
kinderen van de burgemeester en de notaris.
Mevrouw Fijnheer:
Dat standsverschil was hier helemaal niet. Dat gold ook voor het geloof. Er was hier een do
minee getrouwd met een katholieke vrouw. Dat moest je elders in Nederland in die tijd niet
verzinnen. Maar dat kon hier.
11. Hoever reikte de bekendheid van de heer Lely?
De dijk werd gesloten toen ik zeven jaar was. Ik was veel te jong om daar verder over na te den
ken.
Meneer Fijnheer:
Hij werkte op kantoor en verder bemoeide hij zich niet met de gemeenschap hier.
Mevrouw Fijnheer:
Ze hebben hier ook betrekkelijk kort gewoond. En dan ben je er wel één "van de overkant".
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 18e jaargang nr. 1 - 2006
