- 70 -
In tegenstelling daarop reageert C.J. Bruinvis in een in 1853 verschenen artikel in het tijdschrift 'De
Navorscher' op een eerder verschenen artikel van Ds. Heldring over diens oudheidkundige opspo
ringen in Noord Holland en op de eilanden. In afwachting van verdere berichten van de dominee
meldt Bruinvis wat hij weet over de Sommeltjes: "de Sommeltjeskuil, 10 min. beoosten St. Hypolitushoef
op Wieringen, is mede sedert geruime tijd verdwenen, zijnde gevuld en in bouwland herschapen thans toebeho
rende aan Nan Scheltus, welke, voor weinige jaren, toen er enige ophef van gemaakt werd, heeft laten graven,
waardoor een ring en enkele penninkjes welke) werden gevonden. De naam wordt nog in eene nabijzijnde
boerenwoning, de Kuil geheeten, bewaard. Vandaar haalden de Sommeltjes 's nachts een ketel om beuling
(worst) te koken en brachten hem, voor de menschen opkwamen, weder glad geschuurd, met twee beulingen
er in, terug. Voorts sponnen en werkten zij voor de lieden."
Dergelijke verhalen over dwergen en aardmannetjes komen niet alleen op Wieringen voor. Zij stam
men uit vroegere prechristelijke tijden en komen overal in het land voor. Het verschil is dat de dwer
gen meestal niet in een kuil maar op een heuvel wonen. Deze plaatsen zijn vaak vroegere grafheuvels
of urnenvelden.
Onder Oss lag de Hansjoppenberg in de nabijheid van een prehistorische begraafplaats. Een Han-
sjop zou een soort dwerg zijn. In andere streken werden zij Guurkens en Alven genoemd. In Brabant
liggen veel Alvinnenbergen, Abergen of Asbergen. Ook hier zouden veel Germaanse urnen gevonden
zijn. Historici menen dat hier sprake is van een manier waarop mensen onbegrijpelijke verschijnse
len, in dit geval herinneringen aan een verleden waarover niets meer bekend is, proberen te verklaren.
Dit kan niet altijd op een normale manier, dus komen er veel witte wieven, kabouters, geesten en
zelfs de duivel aan te pas. Elders zijn bronzen potten, urnen en ketels die op deze plaatsen gevonden
zijn vaak het "bezit" van de kabouters genoemd. Op Wieringen was het "buit", spullen die zij van de
mensen hadden gestolen. Of de mensen in die tijd zo bijgelovig waren dat zij echt in het bestaan van
Sammelkes geloofden weten wij niet. Wel vonden ze het geen bezwaar om dicht bij de Sammelkes-
kuul te gaan wonen. Deze lag immers bijna midden in de oude buurtschap Zandburen
Rest nog de vraag: waar lag de Sammelkeskuul precies? De twee schrijvers Heldring en Bruinvis
beweren dat deze gelegen moet hebben vijftien minuten ten noordoosten van Hippolytushoef. Dr.
W.J. de Boone, redacteur van het tijdschrift "Westerheem", schrijft in 1953 in een artikel o.a. dat hij
in een gesprek met dr. J. Daan aan haar heeft gevraagd waarom zij in haar uitvoerige dissertatie over
Wieringen de plaats van de Sammelkeskuul niet heeft aangegeven. De schrijfster zegt dat het haar
spijt dat zij die, ondanks herhaalde pogingen, niet heeft kunnen lokaliseren. Kennelijk zijn de Wierin-
gers de juiste plaats vergeten. Op 17 oktober 1960 schrijft Dr. De Boone namens de Archeologische
Werkgemeenschap voor Westelijk Nederland een brief aan de gemeente. Daarin vertelt hij over het
gesprek met mevrouw Daan en dat hijzelf denkt dat de plaats van de Sammelkeskuul gevonden kan
worden. Hij citeert uit Van der Aa: "Ter plaatse, waar deze boerderij (nl. Sommeltjeskuul) gestaan heeft,
is vroeger een heidensch kerkhof geweest waar men nog vele scherven vindt, welke in walletjes en omliggende
velden gevonden worden. De tot deze hofstede behoord hebbende gronden beslaan eene oppervlakte van ong.
5 bunder en worden thans in eigendom bezeten door de heer Nan Scheltus en anderen woonachtig te Wierin
De gemeentesecretaris beantwoordt op 10 februari 1961 de brief als volgt:
"De Sammelkeskuil heeft zich bevonden op landerijen aan de Gemeenelandsweg, momenteel in gebruik bij
S. Snooy, Gemeenelandsweg 14".
Volgens de gemeentesecretaris heeft meester J. Kuiper, hoofd Openbare Lagere School, hem verteld
dat: "de Sammelkeskuul de zandkuil moet zijn geweest waarin de kabouters hun pijpjes rookten. S. Snooy
heet nog altijd 'Simon van de Zandkuil'. De zandkuil is niet meer te zien, wel nog de oude boerderij achter
in het land."
Meester Kuiper bedoelt een oude boerderij die nu ook is gesloopt. Daaruit blijkt dat de juiste plaats
niet meer precies is aan te wijzen. Tot voor kort waren de Sammelkes onze plaatselijk bekende legen
darische wezentjes. Sinds 2001 is daar verandering in gekomen door de uitgave van het kinderboek
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 17e jaargang nr. 3 - 2005