LJooit wend weest"
De Oorlogskroniek van pastoor Kouwenhoven
door Stef Zwarts
17 september 1941
In de namiddag arriveert de bus uit Alkmaar bij de halte aan de Betonweg. Er stappen
wat mensen uit. Eén van de passagiers is de nieuwe herder van de Hippolytusparochie.
Het is H. Kouwenhoven, voor het eerst als zelfstandig pastoor benoemd. In zijn kielzog
stapt ook de jonge Jo Mortier uit, zijn leerling op een Amsterdamse R.K. meisjesschool
en pas door hem aangenomen als huishoudster, in welke functie zij hem zijn gehele
ambtstijd zal dienen. De aankomst in zijn nieuwe standplaats valt de nieuwe pastoor
niet mee: het is een sombere regenachtige dag. Bovendien is er niemand van de
parochie aan de bus om hem te verwelkomen.
"Maar ja, wat wil je? Je bent in West-Friesland, meer in het bijzonder, je bent op Wieringen",
verzucht de pastoor ironisch en geografisch niet helemaal correct. Hij heeft heel wat
feestelijker intochten meegemaakt en aan deze kale bedoening moet hij duidelijk wen
nen. Net als zijn voorganger, pastoor Mudde, schrijft hij over zijn dagelijkse ervaringen
in het zogenaamde boek van de Wieringer parochie, officieel:
Registrum Memoriale Parochie St. Hippolyte Insular Wieringiae
in Diocesi Harlemensi.
Het was de tijd van het Rijke Roomse Leven, met uitbundige kerkelijke rituelen, mis
sen in het Latijn en een verenigingsleven in katholiek verband. Zowel de vertrekkende
pastoor Mudde als de nieuwkomer Kouwenhoven vertellen er boeiend over. Bovendien
is het oorlog en dat kleurt htm verhalen op wel bijzondere manier. Dit verhaal gaat
vooral over de periode Kouwenhoven. Niet alleen omdat hij de langste oorlogsperiode
hier werkzaam is geweest, maar vooral ook omdat hij een goede schrijver is. Hij kijkt
verder dan alleen zijn parochie, maar betrekt ook de Wieringer samenleving in zijn
overwegingen. Hij doet dat met een scherp oog voor details, waardoor tot nu toe verge
ten gebeurtenissen tot leven komen.
Wie weet nog van het "Bleekershuuske" waar vermoeide voedselzoekers uit de steden
konden uitrusten in het stro? Wie weet er nog van het "Kliekjesfonds"? En vooral, wie
weet nog de bijzonderheden van de Duitse capitulatie in de roomse pastorie? De pas
toor is er heel verguld mee dat juist zijn kerk daarin zo'n belangrijke rol heeft gespeeld.
Want de "roomsen", die waren een minderheid van de Wieringer bevolking.
Uit de geschriften blijkt Kouwenhoven zich dat ook bewust te zijn. Hij is altijd blij als
hij voor het katholieke belang weer eens een punt heeft gescoord. En dat deed hij vaak,
met zijn charismatische, grote, sterke postuur. Een man van gezag! En met veel initia
tieven, waarmee hij zich al gauw onderscheidde van de wat inerte Wieringer mentali
teit. Die mentaliteit waar hij toch nooit helemaal aan kon wennen, maar waardoor hij
direct zijn leidende positie waarmaakt, ook onder niet katholieken.
Hieronder volgt het integrale verslag van de Wieringer parochie in de Tweede
Wereldoorlog, dat tot september 1941 door pastoor Mudde is bijgehouden.
-34-
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 17e jaargang nr. 2 - 2005