-47-
Als in de jaren twintig van de 20e eeuw wordt begonnen met de Zuiderzeewerken verandert er veel
op Wieringen. In eerste instantie werd gedacht dat de dijkwerkers en contractarbeiders na de vol
tooiing van de Afsluitdijk wel weer naar huis zouden gaan, maar velen besloten op Wieringen te
blijven. De bevolking verdubbelde in tien jaar tijd en Hippolytushoef overschreed de grens van
1000 inwoners. Er zou een begraafplaats buiten het dorp moeten komen. Uiteindelijk - vele jaren
nadat de groei van het dorp het verplicht heeft gemaakt - wordt in 1939 de nieuwe begraafplaats
op Zandburen geopend.
Dit ging echter niet zonder slag of stoot.
Uit de bewaard gebleven archiefstukken blijkt dat de aanleg van de begraafplaats een langdurige en
moeizame affaire was. De gemeente doet haar best maar raakt bekneld tussen de Kafkaëske
bureaucratie van ministeries, provincie en de eigen onbekwaamheid (of noem het onervarenheid
met de uitvoering van grote projecten) en komt hier uiteindelijk met veel kunst- en vliegwerk en de
nodige kleerscheuren uit tevoorschijn.
Het begint allemaal nog redelijk normaal. In februari 1936 stuurt het gemeentebestuur de raad een
brief waarin het voorstelt het land van H. Smit Pzn. en de Doopsgezinde gemeente aan de Noord-
burenweg Kremersweg aan te kopen met als doel hier een moderne begraafplaats in te richten,
een en ander overeenkomstig het besluit van 21 februari 1921 en de wet van 10 april 1869. De
gezamenlijke grootte van de percelen is 1 hectare 8 are.
De loop van de wegen was destijds iets anders
dan tegenwoordig. Wat nu de Noorderlaan heet
was toen de Kremersweg, en deze liep door tot
aan de Gemeenelandsweg. In de brief wordt op
gemerkt dat het moeite heeft gekost om een
geschikt terrein te vinden voor de nieuwe be
graafplaats, de ambtelijke molens draaiden ook
op Wieringen traag. Het terrein moest aan nogal
wat eisen voldoen: het moest een locatie buiten
de bebouwde kom zijn, ook weer niet te ver van
het dorpscentrum en de bodemgesteldheid moest
ook meewerken. Het land dat men nu kan kopen
lijkt zeer geschikt. De grondwaterstand is gunstig
en de vraagprijs voor de percelen is redelijk. Als
extra overtuigend argument wordt de mogelijk
heid genoemd dat het werk mooi kan worden
uitgevoerd door werklozen in het kader van de
werkverschaffing. De raad is niet kritisch, inte
gendeel, men is blij dat er nu eindelijk schot in
de zaak lijkt te zitten en het voorstel wordt zon
der hoofdelijke stemming unaniem aangenomen.
Een en ander betekent echter niet dat meteen
begonnen kan worden. Wieringen is in de jaren
dertig een armlastige gemeente. De algehele de
pressie in het land wordt versterkt door het grote
aantal werklozen waar men mee geconfronteerd
wordt na het einde van de Zuiderzeewerken. De gemeente komt structureel geld te kort en staat
waar het financiële zaken betreft volledig onder curatele van de provincie. Elke beslissing van de
gemeenteraad en B&W moet ter goedkeuring naar Haarlem. Zo ook het voorgenomen besluit om
een nieuwe begraafplaats aan te leggen. Voor deWieringer bestuurders begint het lange wachten.
Bij de eerstvolgende raadsvergadering, op 24 april, is het enige nieuws een brief van Gedeputeerde
Staten waarin wordt gemeld dat G.S. de beslissing over het raadsbesluit tot aankoop van grond
Het oude kerkhof te Hippolytushoef, in gebruik tot 1939.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 17e jaargang nr. 2 - 2005