- 148 -
boer, die net als zijn vader en grootvader veel en graag met paarden werkte. Jacob kon goed met
paarden omgaan, hij had een goed oog voor de eigenschappen van een paard, op zijn stal stonden
alleen goede paarden. De paarden waren een gedeelte van het jaar nodig voor de wierverwerking,
totdat in 1932 het wier abrupt verdween door een wierziekte die vanuit de Atlantische kust de
Waddenzee bereikte. Dit viel
samen met het gereedkomen
van de Zuiderzeewerken. De
veranderde zeestromingen be
moeilijkten het herstel van de
wiervelden, waardoor vele
Wieringers een deel van hun
inkomsten verloren.
De boeren Dekker hadden
een goede naam opgebouwd
in de paardenfokkerij, Jacob
werd daarin een fanatieke
opvolger. Hij werd bestuurs
lid van de V.L.N., de Lande
lijke Vereniging Landbouw
werktuigen en Paarden Ne
derland. Eens per maand
maakte hij een lange reis naar
Haarlem voor een bestuurs
vergadering. Samen met an
deren begon hij een heng-
stenhouderij, waar men aandelen van kon kopen. Deze was gevestigd in een schuur op het terrein
achter het Kerkplein, dat vroeger eigendom van Okko Bosker was. De schuur stond aan het eind
van de steeg die vanaf de hoek Elftstraat/Kerkplein naar het oosten loopt. Op de linkerhoek woon
de Trijn Bruul en op de rechterhoek Simon de Jongh de bierbottelaar. Nadat de stal achter de
boerderij was uitgebreid, is de hengstenhouderij op het eigen erf gekomen. Het terrein met de
grote houten schuur van de eerste hengstenhouderij is daarna in handen van Gemeentewerken
overgegaan. Nu is het een woonwijk, de Werf.
Door de aansluiting van Wieringen aan het vasteland was Jacob goed bereikbaar geworden.Van
heinde en verre kwamen boeren bij hem om hun merries door zijn hengsten te laten dekken. Dat was
ook nodig om de hoge kosten te kunnen betalen. Een hengst kostte ongeveer 10.000,-, een kapi
taal in die tijd. Om rendabel te zijn moest de eigenaar minstens 100 x per jaar dekgeld ontvangen.
Jacob was ook actief op kerkelijk gebied. Al vanaf de eerste gegevens van hun stamboom, uit 1550,
wat ongeveer samenvalt met het begin van de Reformatie, is de familie Dekker lid van de
Protestantse/Nederlands Hervormde Kerk. Jacob werd diaken en was één van de oprichters van
het rusthuis "Noorderlicht", dat in opdracht van de Ned. Herv. Gemeente van Hippolytushoef en
Westerland werd gebouwd. Als voorzitter van de diaconie was hij automatisch voorzitter van het
bestuur van dit kerkelijke bejaardenhuis. Zijn naam staat vermeld op de gedenkplaat die bij de
inwijding door Ds. J. van Beek op 16 mei 1932 in de hal is aangebracht.
Na de dood van zijn vader Pieter kwamen op 18-03-1930 jachtopziener Cornelis Kroon en zijn
vrouw Trijntje Kroon-Luyt in het burgerhuisje van Jacob wonen. Cornelis Kroon kwam op 24-08
1938 op 31-jarige leeftijd om het leven door een motorongeval. Zijn vrouw en kinderen bleven er
wonen tot Jacob en Neeltje op 1-06-1942 het huisje zelf gingen bewonen.
Jacob overleed er op 21-03-1954 op 68-jarige leeftijd en werd begraven op begraafplaats
Zandburen. Neeltje overleed op 11-09-1960 op 75-jarige leeftijd in bejaardenhuis "Noorderlicht"
en werd ook op Zandburen begraven.
Kleine Geertje Kroon op de hondenkar op het achtererf van hun
woning. V.l.n.r. buurman Jacob Dekker, buurvrouw Neeltje Dek
ker-Smit, tante Marie van Simon Asjes, tante Annie Kroon, moe
der Trijntje Kroon-Luijt
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 16c jaargang nr. 4 - 2004