- 131 -
je dat wel". Het bleef even stil. Toen zei Schut met enige trots in zijn stem: "Op 19 februari 1923
werd onze dochter Gerda geboren. Jacoba Gerda Wilhelmina. Het was een zware bevalling en de
dokter adviseerde ons het bij dit ene kind te laten. Ik kan je verzekeren dat we het daar erg moeilijk
mee hebben gehad." Schut zweeg een tijdje als in gedachten.
Even later liepen we het dorp weer binnen. Op het Hoekje bleven we nog even stilstaan. "Tja, zei
Schut. We wonen nu al weer vijf jaar in dit huis. Ik moet je zeggen, het is een oud huis. De voorge
vel is slecht en het dak lekt ook aan alle kanten. Er moet eigenlijk wat aan gebeuren. We zullen wel
zien. Ik neem afscheid van je. Jij gaat de Hoofdstraat in en ik zal kijken of mijn huis er nog staat",
grapte Schut. "Vanavond gaan mijn vrouw en ik een bezoekje brengen aan de buren Kort. Hun
dochtertje Jackie is al weer bijna een jaar en een allerliefst kind. Bedankt voor je gezelschap en tot
spoedig! Adios!" En met een armzwaai nam hij afscheid van me. "De groeten aan uw vrouw", zei
ik. "Ik zal het doen", riep hij en beende de Beltstraat in. Ik sloeg de Hoofdstraat in. De klok van de
Grote Kerk sloeg vier uur.
Het zou echter tot 1930 duren voordat het huis van "de opzichter" werd verbouwd. Een nieuwe
voorgevel en, met voor die tijd, moderne ramen. Bovendien werd het dak geheel vernieuwd en
voorzien van een aantal dakkapellen.
Intussen gingen de voorbereidingen tot de afsluiting van de Zuiderzee gestaag door. Er was dit jaar
een begin gemaakt met de bouw van de enorme sluiscomplexen, zowel bij Den Oever als bij
Kornwerderzand, vlakbij de Friese kust. Men had bij de planning daar drie jaar voor uitgetrokken.
Ook was men begonnen met het bedijken van de Wieringermeer. Vanuit Medemblik werd een 18
kilometer lange dijk richting Wieringen aangelegd. Bovendien was men druk bezig met het verstevi
gen en ophogen van de noordelijke dijken op Wieringen. De Normerdijk was vorig jaar gereed
gekomen.
Afgezien van het feit dat door de afsluiting van de Zuiderzee een aantal vissers hun brood niet
meer in dat vak konden verdienen en ander werk moesten gaan zoeken, ging het Wieringen econo
misch heel goed. Veel Wieringer bedrijven pikten een graantje mee van het grote werk. Doordat
duizenden werknemers betrokken waren bij die grote werken en een groot aantal daarvan op
Wieringen onderdak in barakken en kosthuizen hadden, voer ook de middenstand er wel bij.
In 1932 werd ik bevorderd tot
schrijver le klasse. Ik werkte
nog steeds met veel voldoening
op het grote kantoor van Zui
derzeewerken in Den Oever.
Iedere dag fietste ik van het
durrep naar mijn werkplek. Re
gelmatig ging ik voor een week
einde naar mijn ouders in de
Achterhoek op bezoek.
Intussen waren Jan Schut en ik
goede vrienden geworden. Ik
Hoofdgebouw van de M. U.Z. te Den Oever. kwam gereg?ld ,bi' en zi'n
vrouw over de vloer. Het was er
steeds gezellig en Schut had altijd wel wat te vertellen, hetzij over zijn werk of zijn familie. Het ver
baasde mij steeds weer dat hij zoveel kennis had op het gebied van water staatkunde. Hij was een
echte waterstaattechneut die wist waarover hij sprak. Daarnaast was hij sympathiek, misschien een
beetje autoritair, maar heel sociaal bewogen.
Het viel mij ook steeds weer op dat Schut zo gek op kinderen was. Hun dochter Gerda, inmiddels
al negen jaar, ging graag naar de school op Het Hoekje. Zij nam vaak vriendinnetjes mee en ook
het buurmeisjes Mieke en Jackie Kort waren regelmatig in huize Schut te vinden. Grappig! Jackie
noemde Jan Schut altijd "papa Schut". Een bijnaam die echt op zijn lijf was geschreven.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 16e jaargang nr. 4 - 2004