HET POSTKANTOOR IN OORLOGSTIJD
Het postkantoor was in de oorlog een centrum van illegaal werk. Kantoorhouder Noorden en plaatsver
vangend chef van de Wieringer ondergrondse luisterde soms gesprekken af van verdachte personen,
waaronder de notaris en zijn dochter. Dat lag geheel niet in zijn aard en kwam niet overeen met zijn
beroeps geheimhoudingsplicht, maar in oorlogstijd golden andere wetten. Hierdoor was er vaak belang
rijke informatie voor het verzet beschikbaar.
Er zaten ook al gauw
een paar onderduikers,
maar met het grimmiger
worden van de Duitse
maatregelen kwamen er
meer. Vooral toen de Wie
ringer jongemannen geen
zin hadden in gedwon
gen tewerkstelling in
Duitsland. Tegen het
einde van de oorlog werd
het er overvol. Maar nie
mand deed vergeefs een
beroep op de Noordens,
waar de postchef een
belangrijke steun had in
het onverstoorbare en ge
lijkmoedige karakter van
zijn vrouw.
Tot de onderduikers be
hoorden die laatste maanden voor de bevrijding ook de familie Westerhoven. Luitenant Westerhoven was
in de ondergrondse de baas van Noorden. En het gezin van Joost van Zweeden, die zijn boerderij in de
Polder Waard Nieuwland had verlaten, omdat hij had gehoord dat er geallieerde luchtlandingen ten
zuiden van Wieringen werden overwogen. Allen vonden een veilig heenkomen in het postkantoor.
Wat heet veilig? Nadat het verzet de telefoonverbindingen had doorgesneden bezetten de Duitsers als
represaille het postkantoor en ondermijnden het gebouw met springstoffen. Ze wilden iedereen eruit trap
pen, maar Noorden kreeg voor elkaar dat het woongedeelte bewoond mocht blijven en de bestellerruimte
als postkantoor gebruikt werd. En zo was er de paradoxale situatie dat op de begane de Duitsers heers
ten en boven het verzet!
De onderduikers waren relatief vrij: ze aten mee aan tafel en kregen alleen het consigne van de ramen
weg te blijven. Hun dagen vulden ze met o. a. het maken van valse documenten. Om de oproepen voor
de gedwongen "Arbeitseinsatz" in Duitsland te dwarsbomen besloot de ondergrondse het Wieringer
bevolkingsregister te laten verdwijnen. Ook deze administratie werd opgenomen in huize Noorden. In
een loze ruimte werd het ingemetseld, geen haan die er naar kraaide.
In de interim periode na de bevrijding vertegenwoordigde Noorden ruim een maand het hoogste gezag
op Wieringen. NSB-burgemeesterVan Diemen verdween achter de tralies en burgemeester Kolff was nog
niet uit de internering teruggekeerd. En zo kwam het dat waarnemend burgemeester Noorden, toch
altijd al in allerlei sociale functies actief, op 10 mei 1945 de feestrede uitsprak bij de plechtige viering
van de bevrijding. Dat gebeurde in een overvolle Cinema de Haan.
Niet lang daarna keerde voor de familie Noorden het normale leven terug. In de illegaliteit kwamen
steeds meer lieden waar Noorden in de oorlog nooit iets van gemerkt had. Hij kreeg er zijn buik vol van
en kreeg zijn postkantoor van de Binnenlandse Strijdkrachten terug die er hun kwartier hadden geves
tigd. In juni 1945 stonden Noorden en zijn vrouw als vanouds blijmoedig achter het loket. Over de oor
logstijd werd nauwelijks meer gesproken.
- Ill -
Mei 1945 bij het postkantoor: gemeenteambtenaren nemen het weer bovengronds
gekomen bevolkingsregister in ontvangst: v.l.n.r. onbekend, Klomp, Veerdig, Rijkers,
mw. Noorden, postkantoorhouder Noorden, onbekend, en Bruul.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 16e jaargang nr. 3 - 2004