- 98 - De vindingrijkheid van de mensen werd enorm op de proef gesteld. Voorlopig bleven ze het red den, zeker op het platteland, waar massaal eigen groente en aardappels werden verbouwd. Niet door de notaris met z'n twee linkerhanden. Die kreeg af en toe een maaltje van Koos Visser, zijn sigarenleverancier, politieke kompaan en één van de weinige bezoekers in het notarishuis. Koos was een praatgrage man die de notaris de laatste dorpsnieuwtjes vers vanuit de winkel meldde. En nog steeds de Duitse vrienden. Wat hij van al die toestanden dacht? Hij laat zich er zelden over uit. Tijdens zijn verhoren in 1945 verklaart hij nooit te hebben overwogen uit de NSB te stappen, alhoewel hij meende door zwarthandelaren uit eigen kring ten val te zijn gebracht. Hij zag veel goeds in de nationaal-socialistische ideeën, maar zag ook de uitwassen van wat hij noemde de broodleden. Hij dacht dat die mettertijd wel uit de beweging zouden worden geknikkerd. Aan een kameraad die met hem in de Krententuin gevangen heeft gezeten en met wie het contact altijd is aangehouden, betuigt hij zijn deelne ming dat ook diens tweede zoon is gestorven. Hij toont zijn medeleven dat het leed hem op nieuw getroffen heeft (gevallen in de strijd?). Het is een gevoelig briefje, maar de onderteke ning is luguber: Heil Hitier. Aan collega Haremaker in Oosthuizen beschrijft hij op 5 september 1943 hoe een Engels vliegtuig op Stroe neerstort: "Hier is alles goed. De luchtgevechten zullen jullie verleden Woensdag ook wel meegemaakt hebben. Een Amerikaansche jager kwam brandend neer vlak bij Vatrop. Gelukkig geen ongelukken. De vrouw van Simon de Haan stond juist buiten en zag hem regelrecht op haar afkomen. Wat die geschrokken is!" Obreen vertelt hier over het luchtgevecht tussen Duitse Messerschmitt B109G jagers en Ameri kaanse Thunderbolt en Lightning jagers. Een konvooi van 566 Vliegende Forten en Liberator bom menwerpers was onderweg naar Bremerhaven om daar scheepswerven en onderzeebootbunkers te bombarderen. Boven Hippolytushoef kwam het tot een luchtgevecht waarbij een Thunderbolt te pletter sloeg. De Amerikaanse tweede luitenant Ivan Moon werd het slachtoffer. Hij rust nu op de oorlogsbegraafplaats te Margraten. Huiselijke ontwikkelingen in de familie Obreen Dochter Letty leed onder een ongelukkig gesternte: geboren aan het eind van de Eerste Wereld oorlog, puber in de crisisjaren, volwassen tijdens de Tweede Wereldoorlog. En altijd die onduidelij ke positie. Dochter van de notaris, op school Letje Kroon. Soms het ene, dan weer het andere. Ze was na haar aanmelding als NSB-lid helemaal op zichzelf teruggeworpen. De vriendschap met Nicolien Kolff had ze verbroken. "Ineens kwam ze niet meer opdagen", herinnert zich Coby Kolff. Ze was uitgestoten en ze verveelde Greet Smits-Koning werd na het eerste bombardement op Den Helder naar Wieringen geëva cueerd. Ze woonde tijdelijk bij vrienden in de Mekkenstuinweg. Daar ontmoette ze Letty. "Ze klampte zich als het ware aan me vast", vertelt Greet. "Eerst had ik niet in de gaten wat er aan de hand was. We gingen die zomer van 1940 vaak samen zwemmen aan de Quarantaine. Rondom Letty leek wel een vacuüm te ontstaan. Ze werd kompleet door het jongvolk genegeerd". Een enkele keer is ze ook in huize Obreen geweest, op Letty's kamer. "Het was er zo onpersoonlijk als in een hotelkamer. De ouders zag je nooit, over een lange trap ging ik met Letty naar boven. Er heerste een bedrukte stemming, ik voelde me er niet thuis", aldus Greet Smits die na enige maanden op Wieringen naar Den Haag vertrok. Letty was weer alleen. Ze papte in de cafetaria in de Nieuwstraat aan met Duitse militairen, waarbij ze haar kennis van de Duitse taal etaleerde. Ze zocht noodgedwongen haar heil bij soortgenoten en kwam terecht in de kring rond Koos Visser. "Geen verheven gezelschap", meende Letty na de oorlog, "maar aangezien de hele bevolking mij boycotte, zocht ik gezelschap waar ik niet uitgesloten werd". Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 16e jaargang nr. 3 - 2004

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2004 | | pagina 40