- 92 - Razzia in Cinema de Haan De bioscoop in Hippolytushoef heeft in de oorlogsjaren een belangrijke plaats ingenomen. Het leek wel alsof de mensen, naarmate de oorlog vorderde steeds meer ontspanning en afleiding zochten. Letty kwam er met haar aanbidders: Henk Jonker, Heinz Klatte, Jürgen Hinrichsen. Een bioscoop- je pikken leidde wat af van de zorgen van de dag. Plezierig was dat niet altijd, omdat, nadat de bedrijfsleiding zich naar de Duitse Ordnung had geschikt er voortaan alleen maar Duitse films wer den vertoond, met soms sterke ideologische nazi propaganda. Zoals de vertoning van de beruchte "Jud Süss". Maar op deze koninginnedag hadden Dien en Dirk Garrelts een Nederlandse film, die de dag toch een feestelijk tintje gaf: een reprise van "Vadertje Langbeen", vóór de oorlog een kaskraker op Wieringen. Ze hoopten met deze Hollandse film als landgenoten onder elkaar te blijven. Wat zou den de op Wieringen gelegerde Duitse soldaten bij een film moeten die ze niet konden verstaan? Maar daar marcheerden, na het bezoek aan de cafés, de zwarte Wieringer horde Duitse soldaten de bioscoop binnen. Het voorprogramma was nog niet afgelopen of de zaallichten gingen aan en Obreen stormde het balkon op. Hij had zijn manschappen opdracht gegeven de zaal te controleren, maar die bleven aarzelend staan. Durfden ze niet? Schaamden ze zich tegenover hun dorpsgeno ten? Noodgedwongen moest de Leider zelf de zaal in. Achterin dwong hij twee meisjes hun oranje kokarde af te doen. Op de tweede rang, vooraan zat een jongeman uit de Klieftstraat. Nerveus en onbeleefd gelastte de notaris de jongen zijn jas ter controle open te knopen. Toen het hem niet snel genoeg ging werd er een Duitse soldaat bij gehaald, die hem de zaal uit dreef. In de foyer werd hij verder onderzocht. Géén oranje. Dirk Garrelts zei verdedigend dat de jongen toch niemand kwaad deed, waarop Obreen hem toesnauw de dat hij van Garrelts niets te verwachten had en dat die zich er niet mee moest bemoeien. De jongen moest zijn persoonsbewijs aan de Duitsers laten zien, die zijn gegevens noteerden, waarna hij de zaal weer in mocht. Met vertraging ging de voorstelling verder. Voor de eerste keer was de Wieringer NSB voor politie gaan spelen. Kringleider Obreen was zeer ingenomen met het optreden van zijn manschappen. Hij rapporteert aan het hoofdkwartier van de NSB: "Alle lust tot demonstratie voor de Sovjetkoningin was bij het publiek verdwenen. In de lokaliteiten verliep alles zonder wanklank. De consternatie waarmee onze opmars gepaard ging was een weldaad!" Triomfantelijk besluit hij zijn rapport: "Wij hebben alzo van deze dag een Nationaal Socialistische dag gemaakt en gedemonstreerd dat op Wieringen de NSB in staat is en ook in de toekomst van plan is om volksvijandige demonstraties te voorkomen." Enige maanden later zou hem duidelijk worden dat hij door "rücksichlos" domme bevelen op te volgen, zich zelfs in eigen kring onmogelijk had gemaakt. Met de afwachtende Wieringer houding was het nu gedaan.De bevolking kreeg in de gaten wat het regime van de nazi's betekende. Aan de woningen van Duitsgezinden en NSB-ers werden biljetten met honende opmerkingen aangebracht. Huis-aan-huis werden pamfletten bezorgd met een beledigende tekst over de Führer en de Wehr- macht. "Ons kind in gevaar" luidde de aanhef. Wieringer schooljeugd verscheurt affiches voor Winterhulp en Arbeidsdienst. "Wat wil men", meent Obreen, "als de ouders het voorbeeld geven." Voor burgemeester Kolff is de maat vol. Hij verzoekt de Commissaris van Noord-Holland, indien mogelijk, diens bemiddeling om aan dit optreden van de notaris een eind te maken. "De stemming onder het publiek wordt dermate slecht tegenover alles wat met de NSB te maken heejï, dat het mij niet uitgesloten voorkomt dat dit tot moeilijkheden aanleiding kan geven. De NSB of WA. (Weerafd.) matigt zich bevoegdheden aan die hun in het geheel niet toekomt." Aangezien ook de NSB leiding in Utrecht geen onnodige herrie onder de bevolking wilde moest er iets worden gedaan. De negatieve berichten van Geertje Bosker en burgemeester Kolff over de groepsleider beslisten over het lot van Obreen. Met een zachte wenk werd hem verzocht op te kras sen. April 1942 geeft hij zijn functie op. Hij was geen leider gebleken. Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 16e jaargang nr. 3 - 2004

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2004 | | pagina 34