- 71 -
Het grootste wapenfeit van onze notaris was echter zijn voorstel om ex-kroonprins Wilhelm von
Hohenzollern, gedetineerd op Wieringen sinds november 1918 na de Duitse nederlaag in de eerste
wereldoorlog, gemeentelijke belasting te laten betalen. De raad vond het eerst maar niks. Gede
puteerde Staten hadden al ge
meend dat de ex-kroonprins niet
belastingplichtig was. Obreen
hield echter een fel betoog over
de gemeenteraad als zelfstandig
orgaan. En als Wilhelm bezwaar
had kon hij dat als iedere ingeze
tene kenbaar maken. En hij krijgt
de raad mee. Ze worden zelfs en
thousiast: hoe hoog zouden ze de
rijkste man op Wieringen aan
slaan? Een miljoen, vindt de één.
Te gek dat kan niet. 600.000,
dan, vraagt de ander. Naar goed
koopmansgebruik wordt het ge
middeld op 800.000,
Helaas gaat deze vlieger niet op.
Bij Koninklijk Besluit van 25 mei
1920 No 82 wordt de aanslag
vernietigd wegens strijdigheid met
het algemeen belang. Maar de
gemeente laat het er niet bij zit
ten. De kroonprins wordt op
nieuw aangeslagen, nu voor
42.000,en zijn adjudant
L.A.C. Müldner von Mülnheim
voor 4.250,Dit ligt meer in
lijn van 's kroonprinsen eigen op
gave. Enigszins inconsequent
vindt onze notaris/wethouder dat
men zulke heren toch op hun
woord dient te geloven. Overi
gens waren het voor Wieringen
nog geen misselijke aanslagen; De famüie obreen, ca 1930.
het jaarloon van de burgemeester
was toen 3.000,van de secretaris 2.650,en van de ontvanger 1.850,Om over het
loon van de gewone man maar te zwijgen!
En andermaal komt de hoge Wieringse gevangene ter sprake als er in de raad geklaagd wordt over
de honden van de kroonprins: ze hebben katten en konijnen gedood en schapen in de sloot
gejaagd. Obreen zal Wilhelm per brief verzoeken zijn honden voortaan vast te leggen of te muilkor-
Was het raadslidmaatschap van Obreen op zijn minst gezegd succesvol, de stemming werd er niet
beter op in B&W en de raad. Wethouder Bosker werd het beu dat Obreen telkens schamperde op
de oude raad, waar de burgemeester kon doen en laten wat hij wilde, maar dat Obreen in de nieu
we raad wel eventjes de puntjes op de i zou zetten. De burgemeester verweet Obreen dat het
gemeentepersoneel zenuwziek van hem werd. En Obreen antwoordde dat niet hij het personeel
ziek maakte, maar dat dit kwam doordat de burgemeester en hij niet bij elkaar pasten.
Bosker werd het zo zat dat hij ontslag wilde nemen. Maar zover kwam het niet. Ontslag nam wel de
regenteske burgemeester Peereboom. In september 1920 ging hij, moegestreden. De democratie
had zijn eerste Wieringer slachtoffer gemaakt.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 16e jaargang nr. 3 - 2004