- 36 -
Blauwselmolen:
Boormolen:
Brandersmolen:
Buskruitmolen:
Cementmolen:
Cichoreimolen:
Chocolaadmolen:
Graanmolen:
Grutmolen:
Hennepklopper
Houtmolen:
Kopermolen:
Krijtmolen:
Lattenzager:
Loodwitmolen:
Marmermolen
Meelmolen:
Mosterdmolen:
Moutmolen:
Oliemolen:
Papiermolen:
Petmolen:
Runmolen:
Schelpzandmolen:
Slijpmolen:
Snuifmolen:
Specerijmolen:
Trasmolen:
Verenzager:
Verfmolen:
Volmolen:
IJzermolen:
Zaagmolen:
Zeemtouwersmolen
vervaardigde blauwsel, een ouderwetse toevoeging aan het spoelwater van de
was, om het wasgoed extra te bleken.
in deze molen werden de lopen van kanonnen en geweren geboord.
werkte voor brandewijnstokerijen en maalde gekiemd graan.
plette koolstof en salpeter tot een koek, die daarna gebroken en gezeefd werd.
vermaalde mergel en kalk tot poeder voor de vervaardiging van cement.
in de Franse tijd was invoer van koffie niet mogelijk. Surrogaatkoffie gemaakt
van gemalen cichoreiwortels werd toen door de bevolking genuttigd.
vermaalde cacaoboter tot cacaopoeder.
vermaalde hoofdzakelijk granen tot veevoeder.
deze vermaalde diverse granen b.v. boekweit voor de grutterijen.
bewerkte met behulp van stampers de ruwe hennep. Deze molens werden ook
wel stofmolens genoemd.
vermaalde diverse houtsoorten tot poeder t.b.v. de verf- en textielfabrieken,
bewerkte blokken koper tot koperplaat,
bewerkte ruwe krijt en andere harde grondstoffen tot poeder voor de verf
industrie.
klein model houtzaagmolen waarmee klein hout voor de timmerwinkel werd
gezaagd.
maalde het ruwe loodwit tot fijn poeder voor de vervaardiging van loodwitverf.
vermaalde en stampte stukken marmer tot een fijn schuurpoeder of marmer-
grind.
Zaans voor korenmolen,
vervaardigde mosterd uit mosterdzaad,
maalde gerst voor jeneverstokerijen.
bewerkte diverse oliehoudende zaden zodanig dat hieruit de olie door persen
gewonnen kon worden.
vervaardigde uit lompen diverse soorten papier.
pompte water uit een welput (een kunstmatige wel) ten behoeve van de papier
fabricage.
vermaalde eikenschors tot poeder voor gebruik in de leerlooierijen,
vermaalde schelpen tot fijn schuurpoeder.
verrichtte diverse slijpwerkzaamheden. Was veelal gecombineerd met een
boormolen.
vermaalde speciaal bewerkte tabaksbladeren tot het z.g. snuifpoeder,
vermaalde diverse specerijen tot poeder.
vermaalde ruwe tras tot poeder voor de bereiding van metselspecie.
zaagde speciaal klein houtwerk voor de woning- en de scheepsbouw.
bewerkte diverse grondstoffen tot basismateriaal voor gebruik in de verfindus
trie.
in deze molen werd wollen stof door vervilting omgevormd tot laken.
deze was veelal een onderdeel van een ijzergieterij. Hiermee werden blaas
balgen aangedreven en enorme hamers omhoog getrokken.
hiermee werden uit ruwe stammen balken en timmerhout gezaagd.
hierin werden diverse leersoorten bewerkt, o.a. schapenleer tot zeemleer.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 16e jaargang nr. 2 - 2004