OUDE VERHALEN OVER MOLENAARS OPWIERINGEN
Vroeger kwamen molenaars wel eens in aanraking met het gerecht en daarvan vind je de weerslag
in de Oud Recht boeken van Wieringen, die zich momenteel in het Regionaal Archief van Alkmaar
bevinden.
In 1770 b.v. mocht een molenaar kennelijk geen kippenhok in de meelmolen hebben. In dat jaar is
Jan Pietersz. Mulder molenaar en hij is ook burgemeester. Twee mannen, n.l. Sijmon Bos en Jan
van Swol komen aan de schepenen vertellen, dat er door weer iemand anders gezien is dat Mulder
aan de westkant in de molen, onder de onderste zolder een "hennehok" heeft gemaakt. En er zaten
ook "verscheijden hennen in van onderscheijde couleur". Verschillende kleuren kippen dus. Als aan
de molenaar gevraagd wordt van wie die mooie hennen zijn, zegt Mulder, dat ze van de Schout
zijn. Verder gebeurt er dan niets. Het feit wordt opgetekend voor "redenen van wetenschap".
Misschien was de Schout te hoog om hem te sommeren de kippen weg te halen?
Molenaar Mulder is vaker onderwerp in het Oud Recht. In 1770 komt Jan Bos klagen over de
vrouw van Mulder. Jan Bos is bakkersknecht en woont in Den Oever. Hij vertelt dat hij in 1769
langs het huis van Jan Pieters Mulder, de meelmolenaar, reed en door de vrouw van Mulder,
Maartje Aarjens, "seer vuijlendig" werd uitgescholden. Niet alleen uitgescholden, ze gooide ook
met stenen naar Jan. Hij begreep niet waarom ze dat deed en vroeg haar waarom ze zo tekeer ging.
Jan kreeg van haar te horen dat zijn baas zijn meel liet malen in Den Oever en volgens Maartje
moest dat gebeuren in hun molen. Jan Bos zei dat dat niet waar was, maar Maartje geloofde hem
niet en begon weer te schelden en met stenen te smijten. Jan werd kwaad en zei haar daarmee op te
houden, anders zou hij haar flink aanpakken. Hij wilde "met vrede" haar huis passeren.
Een andere getuige vertelt dat hij in het voorjaar met een wagen met graan voorbij het huis en de
molen kwam en dat Maartje hem toen ook al diverse malen heeft uitgescholden. Deze getuige,
Dirk Schoenmaker, vertelde dat hij bijna een ongeluk had gekregen, omdat Maartje hem de weg
versperde. Een derde getuige was Harmen Backer. Hij vertelde dat tot zijn verbazing molenaar
Mulder zijn huis binnenstormde en hem zonder wat te zeggen aanviel. Harmen viel met zijn hoofd
door de ruit en zakte neer op een stoel. Hij bloedde behoorlijk. Gelukkig kwam Gerrit Bakker op
het rumoer af. Toen verliet Mulder het huis. Hoe het verder gaat vermeldt dit rechtboek niet, maar
vast staat wel dat molenaar Mulder en zijn vrouw last hadden van "neringnijd".
INVENTARIS
In een ander Oud Rechtboek staat de inventaris van alle nagelaten goederen, penningen en effecten
van de overleden Grietje Coopman. Zij was getrouwd geweest met Jan Mekken, die al eerder over
leden was. En nu moet de inventaris worden opgemaakt voor de twee minderjarige dochters
Grietje en Antje Mekken. Zij moeten de erfenis delen. Dat was in 1783.
Er wordt gesproken over een "agtkante wintkoorenmolen", die ten oosten van 't dorp Hippo-
lytushoef staat. Met een woonhuis en een erf. Daarnaast nog een erfje van een afgebroken huis. De
molen het huis het dubbele erf is waard 5400,Dat is voor die tijd heel veel geld. Molens
waren dan ook heel belangrijk in de ogen van iedereen.
Daarnaast wordt vermeld het huisraad en de inboedel. B.v. drie bedden, vier peulen en zes kussens.
Acht dekens, tien lakens en veertien kussenslopen. Alle mannen- en vrouwenkleren staan opge
schreven. Soms weten we echt niet wat er bedoeld wordt. Wat is bv. voor een vrouw "vier kletjes?"
Of een kort slierke?".
Van Jeanne de Weert (lokale klederdrachtdeskundige) hoorden wij dat "kletjes" inzetstukjes zijn bij
de hals van de jurk.
Grietje was zeker niet arm als we het goud en zilver bezien. Een bloedkoralen ketting met een gou
den haak, gouden kapspelden, een oorijzer, een kerkboek met zilver beslag. En diverse kledingstuk
ken met zilveren knopen.
- 54 -
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - I6e jaargang nr. 2 - 2004