is het nu droog. Tijsen gaat weer op huis aan en terwijl Schut op zijn fiets stapt roept hij mij nog
toe: "Kom morgenochtend maar even om een bakkie. De vrouw heeft vanmiddag net een cake
gebakken. Kun je die ook nog even proeven." "Dat is goed," antwoord ik en terwijl Schut wegfietst
roep ik nog. "Bedankt voor de leerzame middag!" Schut steekt zijn hand op ten teken dat hij het
heeft gehoord. Het is laat geworden. Ik zet de pas er in. Op Noorderbuurt steek ik nog even aan bij
Jan Timmerman om een pakje pijptabak te kopen. Dan loop ik snel verder. Ik steek de nieuwe
betonnen rijksweg over om via Westerland en de Hollebalg naar het dorp te gaan. Thuis gekomen
hang ik mijn jas in de schuur en zet de laarzen daaronder. Ik ben veel te laat voor het avondeten.
De kostvrouw moppert echter niet. Ze is veel te blij dat ik er weer ben. Nadat ik mijn bord heb
leeggegeten zit ik in mijn stoel, rozig, nog wat na te soezen. Wat een aardige man is die Schut toch
en wat heb ik veel van hem opgestoken. Het was me de wandeling wel waard.
Epiloog
Het peilschaalhuisje op Quarantaine is al lang niet meer in gebruik. Mogelijk door het afsluiten van de
Zuiderzee begon het noordelijk kustgebied van Wieringen te verzanden. De eb- en vloedstroom (getijstro
men) die het betrokken gebied voordien op diepte hielden veranderden naarmate de afsluiting van de Zui
derzee vorderde. De stromingen werden als het ware gedwongen een andere richting te kiezen. Dit hield in
dat slik en klei, aangevoerd door grote rivieren, zich mengde met zeezand en via het zeegat van Texel zich
afzette in het kustgebied van Wieringen. Vooral bij de Quarantaine werd in de vooroorlogse jaren reeds veel
slik afgezet. Op een gegeven moment kon de juiste waterstand niet meer worden afgelezen. In 1939 heeft
men besloten de apparatuur uit het station te verwijderen. Het gebouwtje heeft daarna jarenlang nog als
schuilonderkomen gediend voor mensen die tijdens zware storm wacht liepen op de dijken.
Ook het station op de haven van Den Oever werd reeds voor de oorlog uit haar functie ontheven. De regis
trerende peilschaal op de sluis van Den Oever had jaren daarvoor de taak van het vastleggen van de
waterstanden en getijbeweging aan de oostkant van Wieringen reeds over genomen. Het kenmerkende ge
bouwtje aan de voet van de dijk heeft daarna nog jaren dienst gedaan als kantoortje van de havenmeester.
Thans zijn beide gebouwtjes rijksmonumenten. Binnenin de gebouwtjes herinnert niets meer aan de dagen
van weleer, of het moet het gat in de vloer zijn waar de peildraad van de apparatuur in verdween om de
waterstand te peilen. Waterstanden die de betrokken autoriteiten in de dagen van de afsluiting van de
Zuiderzee zo dringend nodig hadden.
Bronnen
- 20 -
Naar gegevens van:
Piet Lont Gerritz., Cees Lont Vet, Henk Heijerman,Ton van Wijhe en mevrouw Jackie Kort.
Archief Historische Vereniging Wieringen.
Dialectondersteuning
Mevrouw Marietje Boersen-Bron.
Foto's
Het Nieuwlandmuseum en Archief Historische Vereniging Wieringen.
Aquarel peilschaalhuisje
Jac Kunst
Bibliografie
De uitvoering der Zuiderzeewerken in het tienjarig tijdvak 1919 - 1929
Boerderijen van Wieringen
Noot van de auteur
Het verhaal "Springtij" speelt zich af in het jaar 1927. In die tijd bevond de deur van het station zich aan de zuidzijde.
Op de aquarel van het peilschaalhuisje staat deze als zodanig aangegeven. Later is de deur naar de oostzijde verplaatst.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Höögte" - 16e jaargang nr. 1 - 2004