I^PRINGTIJ
- 13 -
HOE EEN WANDELING OVERWIERINGEN LEERZAAM EINDIGDE
Proloog doorjac. Feenstra
Wat zijn dat toch eigenlijk voor gebouwtjes?
De meeste inwoners van Wie-
ringen kennen die kleine maar
karakteristieke gebouwtjes wel.
Eén staat er op de westkant van
Wieringen (Quarantaine) en de
andere op havenkade van Den
Oever.
n meeste mensen de vraag wel eens
Eeilnuisje
opgekomen waartoe deze gebouw
tjes dienen of wat voor nut zij in het verleden hebben gehad. Om aan die vraag tegemoet te komen geeft de
schrijver in verhaalvorm het antwoord. Het verhaal speelt zich af in het jaar 1927. Derhalve drie jaar
nadat de verbinding tussen de vaste wal en Wieringen tot stand is gebracht en één jaar nadat de Normerdijk
is voltooid. De werkzaamheden voor de afsluiting van de Zuiderzee tussen Wieringen en Friesland zijn dan
bijna een jaar in volle gang.
Ze maken al zo lang deel uit
van het landschap van Wie
ringen. Vooral het gebouwtje op
Quarantaine steekt duidelijk af
bij de omgeving. Toch is bij de
Een winderige zaterdagmiddag in november. Ik zit in de kamer alleen met mijn gedachten. Mijn
hospita, een oudere weduwevrouw, is in de ruimte achter de gang bezig het eten voor de zondag
voor te bereiden. In de gang van het kleine huis drijft zij een winkeltje met kruidenierswaren.
Ongeveer tien jaar terug is haar man, tijdens de visvangst op de Zuiderzee, overboord geslagen en
verdronken. Van de opbrengst van het winkeltje kon zij met moeite rondkomen. Een kostganger te
hebben was daarom een welkome aanvulling op haar karig inkomen. De afsluiting van de Zuider
zee en alle werken daar om heen was een zegen voor veel mensen op Wieringen. Twee jaar is het al
weer geleden dat ik op dit eiland ben gearriveerd om te gaan werken in het hoge gebouw nabij het
toekomstige sluizencomplex in Den Oever. In de paar jaar dat ik hier woon en werk, ben ik van dit
eiland en haar bewoners gaan houden. Alhoewel, een eiland is het niet meer. Drie jaar geleden
kwam de verbinding tussen Wieringen en het vaste land van Noord-Holland tot stand. Een hele
ommekeer voor de eilandbewoners. Zij waren eeuwenlang zelfstandig geweest en daarmee ook op
zich zelf aangewezen. Terwijl ik zo in gepeins ben verzonken staar ik door het raam en zie tegen een
zwavelgele lucht de voortjagende wolken. Sneeuwluchten lijken het. Door al die gedachten is mijn
pijp die ik aan het roken was, uitgegaan. Ik klop hem uit in de glazen asbak die op de tafel staat.
Plotseling krijg ik de onweerstaanbare drang om naar buiten te gaan en "een loopje naar diek" te
maken, zoals men dat hier zegt. In de loop van de tijd dat ik op het eiland vertoef heb ik al vele
wandelingen in de wijde omgeving gemaakt. Hier en daar een praatje makend heb ik kennis
gemaakt met verschillende over het algemeen gemoedelijke bewoners van Wieringen.
Ik loop naar achteren om mijn kostvrouw te zeggen dat ik een wandeling ga maken en dat ik met
het avondeten wel weer terug ben. In het schuurtje achter het huis trek ik mijn kaplaarzen aan en
loop door het steegje naar de straat. Terwijl ik door de Vermaningsteeg loop, slaat de klok van de
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - I6e jaargang nr. 1 - 2004