- 103 -
gedaan heeft, om nü nu alles zoo schromelijk duur is,
verbeteringen te gaan maken. Dat is geld vermorsen:
met het tariefwerk zal deze verbetering der gemeente
wel op 80.000,- komen te staan.
Door al deze voorvallen is - zegt spreker - het ver
trouwen der Wieringers in den burgemeester en den
Raad geschokt. Onder allerlei interrupties van den
burgemeester die roept: "Jij wilt er in!bespreekt de
heer Van Kalsbeek dan de distributieknoeierij en be
sluit met de vraag te stellen of er geen vereeniging
nodig is als "Wieringen's belang" of "Gemeentebe
lang" om hierin verbetering te brengen. Omdat de bur
gemeester zoo herhaaldelijk interrumpeert, geeft spre
ker den heer Peereboom nu het woord om zich te ver
dedigen.
Burgemeester of koopman?
De heer Peereboom vertelt nu over de cachou. "De
zaak is dat ik ben president-commissaris van een
Visscherij Mij.; wij hebben vijf schepen, die schepen
moesten naar zee en nu moest er natuurlijk cachou
voor de netten zijn. Nu heb ik hier wat cachou laten
opkoopen, dat is de heele zaak".
Tegenover de opmerking, dat de burgemeester toch in
de eerste plaats de belangen der ingezetenen had te
behartigen, boven de zijne persoonlijk. Zelf zegt de
heer Peereboom: "Ik ben in Haarlem bij den Com
missaris geweest voor mijne benoeming en heb daar
gezegd: "Commissaris ik ben ook koopman". En werd
mij geantwoord: "Dat hindert niet, er zijn veel burge
meesters tevens handelaar". "Als het mij was verbo
den om zaken te doen, begrijp je toch dat ik niet zoo
gek geweest was om burgemeester te worden!
Hier werd door den burgemeester zelf het zeegras
schandaal nog bijgehaald, weswegens echter de heer
Obreen verwacht, dat de heer Peereboom later niet
zoo heel gerust zal zijn, als dit schandaal ter sprake zal
worden gebracht!"
Persoonlijkheden
Bij verdere besprekingen, waarbij de raadsleden
"ezels" worden genoemd (door wie 't eerst, is den
verslaggever niet duidelijk geworden!) en waarbij de
jonge heer Peereboom telkens persoonlijk den heer
Obreen aanvalt, merkt deze laatste op, dat het jammer
is dat hier steeds een persoonlijke kwestie tusschen
den burgemeester en hem naar voren wordt gebracht,
waar de jongeheer Peereboom in elk geval nog niets
mede te maken heeft. Spreker ontkent ten sterkste, dat
hij den zeilmaker als werktuig gebruiken zou, dat is
niet waar! Van Kalsbeek is bij spreker gekomen en
heeft gezegd dat op de Haven door verschillende per
sonen de zaak besproken was, men heeft den notaris
toen als raadsman advies gevraagd omdat bekend is
dat hij democratisch is, en hij heeft den heer Kalsbeek
gezegd: "Je leeft in een vrij land en je moogt je mee
ning vrij zeggen. Wanneer jelui een vergadering noo-
dig acht kan niemand je dat beletten
Tot den burgemeester zegt spreker dan: "Het zijn dus
uwe ingezetenen die met uw beleid niet tevreden
waren".
Men roept om het bestuur
Deze onverkwikkelijke discussies leiden voortdurend
af van de zaak waar het om gaat. Verschillende heeren,
o.a. de heeren OJ. Bosker, Lub, Stavenga enz. roepen
om het bestuur. Laten die heren zich noemen!
De heer Peereboom richt zich met name tot den heer
Obreen om "voor den dag te komen En waar blijft -
zegt de burgemeester - de heer C. Kaan?
Waarop de heer S. Kaan antwoordt: "Die is op reis,
maar als u wilt debatteeren zal ik hem wel eens sturen,
en hij zal u wel te woord staan!
De burgemeester verdedigt zich
De heer Peereboom: "De heer Kalsbeek zegt, Jelui
hadden den weg 4 a 5 jaar eerder moeten aanpakken,
maar je weet wel, dat wij circa 2 jaar bezig zijn ge
weest om subsidie te krijgen en dat ik er voor gezorgd
heb dat wij f 25.000,- van de Provincie en 25.000,-
van het Rijk kregen? Heb ik dan niets geen goed ge
daan? Ik heb toch jaren achter elkander 5/6 ontheffing
van de pacht voor wierwaarden gekregen! Het zijn
persoonlijke antipathieën, anders niets. Maar ik heb
maling aan het heele zoodje!...."
De heer Obreen zegt, als men om het bestuur roept,
dat de ontevredenheid die op deze vergadering blijkt,
voornamelijk ook uitgaat van menschen van de Hau-
kes, die Kalsbeek als woordvoerder hebben gezet,
maar die zelf liever hun naam niet noemen omdat ze...
in hun brood zouden worden getroffen!....
Spreker zegt dat het hier toch "hoor en wederhoor" is.
Waar Van Kalsbeek dit nu aandurft is het toch wat
dwaas om nu maar te zeggen: "Gooi den man over
boord!" Hij heeft toch geen blad voor den mond ge
nomen, en is dit te respecteeren.
De burgemeester: "De menschen kunnen gerust ge
noemd worden, hoe zal ik ze kunnen treffen?"
Obreen: "Dat weet u zelf het beste, daarin heeft
geen raadsman noodig
De heer Veerdig beaamt dit met voorbeelden; hij geeft
ook in overweging maar geen namen meer te noemen;
hij stond eenigen tijd geleden eens met Kalsbeek te
praten over reparatie van een dorschzeil en kreeg eene
reprimande van den burgemeester dat hij zoo groot
met Kalsbeek was.!.
Hierna volgen nog meerdere algemeene niet te volgen
discussiën; ten slotte gaat de vergadering te ongeveer
half elf uiteen.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 15e jaargang nr. 4 - 2003