- 98 -
Een van de bijkomende redenen dat de commissaris geen actie tegen de burgemeester ondernam
kon wel eens gelegen hebben aan de internering van de Duitse ex-kroonprins op Wieringen. En dat
allemaal zonder dat de commissaris daarin betrokken werd! Hij vraagt op 22 november 1918 aan
de burgemeester:
"Graag verneem ik of het bericht juist is, en zo ja, of wanneer en op welke wijze u daarvan kennis is gege
ven. Voorts, of u met betrekking tot 's prinsens komst en verblijf in uw gemeente instructies zijn gegeven en,
zo ja, door welke autoriteit".
Het is duidelijk dat de burgemees- -~r,f
Stemmen uit de vergadenniiLaat die longen zien
ter voortaan rechtstreekse contac- houden.
ten in Den Haag heeft. En dat is De heer J. Bosker: Laat die kwaongen zijn mand
voor de Commissaris kennelijk niet Jtlu^emeester Poereboom Mijn zoon fe 23 Jaar en
plezierig. Zijn onzekerheid wordt heelt het recht om te spreken,
aardig geïllustreerd als de heer 1 0mdJ" M
Hohenzollern via Peereboom laat De heer PeereboomDe hw Kalsbeek zegt, lélui
weten, dat hij Hare Majesteits afge- detn f 5 Igf ^Tder t^tm Banpakkm,
maar weet wel, dat WÏJ ciïca twee jaar bezig go_
zant, de commissaris, wel eens zou weest zijn om subsidie te krijgen wi dat ik er voor
willen ontmoeten. Kan de commis- g^orgd i J ^Lddei „V*V? 1^T°-
vwcie cn 25000 van het Rijk kregen Heb ik dan
sans met eens een dagje Wieringen ^icts geen goed gedaan? Ik heb toch jaren achter
doen? In plaats van de gevangene elkander 5/j ontheffing van de pacht voor de wier
waarden, gekregen. Elel zijn persoonlüke antipa thiön,
zijn plaats te wijzen vraagt de com- aüdcre heb maling aait het heeJé zoodje
missaris bedremmeld aan Den en laat Je vriend jood Gelder maar ïtomeax
Haag wat te doen. Pas nadat minis- Verslag uit de Schager Courant
ter van Binnenlandse Zaken Ruijs
de Beerenbrouck een bars "Neen" heeft laten horen wordt het verzoek afgewimpeld. Kortom, de
commissaris is wellicht niet in de positie om de burgemeester hard af te vallen.
Inmiddels werkte de opstand tegen het gevestigde gezag door op het eiland. De bevolking vond dat
Obreen gelijk had en zoals dat vaker gaat..., goed voorbeeld doet goed volgen. Vissers van De Hau-
kes kwamen bij de notaris om raad: ze wilden iets tegen de burgemeester doen. Er werd overwogen
een partij op te richten genaamd (jawel daar heb je het weer) Wieringer Belang. Als woordvoerder
werd H. van Kalsbeek aangewezen. De andere initiatiefnemers zouden voorlopig in de coulissen
blijven, bang als ze waren voor de invloed van de burgemeester. In februari 1919 werd voor de eer
ste maal vergaderd in zaal C. Scheltus. De krantenverslagen (de Schager Courant en de Visscherij-
Courant) geven een onthutsend beeld van de onderlinge verhoudingen. Het laat ook zien hoe
Peereboom zich superieur voelde. Het integrale verslag van de Visscherij-Courant wordt bij dit
artikel gevoegd, (zie pagina 102)
Wat "stil eiland waar nooit iets gebeurt..."? De stukken vlogen eraf. Vanaf nu gaat Peereboom's
burgemeesterschap snel bergafwaarts. Vooral als de Wieringer zakenclub zich er mee gaat bemoei
en. Zij constateren in een request aan de Commissaris der Koningin dat Peereboom doorgaat zijn
eigen zaken te bevoordelen. In de zeegrasproductie en handel, voor Wieringen van groot belang,
buit Peereboom zijn positie verder uit. Het in de Eerste Wereldoorlog militair gewenste product
wordt massaal door het leger opgekocht. De intendant generaal-majoor Doorman doet de rond
gang in de productiegebieden, waaronder Texel en Den Helder. Overal hebben de producen
ten/handelaren gesprekken met de generaal, zo niet op Wieringen. Daar weten ze van niks. Peere
boom kon het met zijn agent wel af. Naderhand bleek hij ook nog eens een prijs te hebben geadvi
seerd die voor de handelaren een geweldig verlies moest leveren. Aldus de Wieringer kooplieden in
hun request aan de Commissaris.
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 15e jaargang nr. 4 - 2003