- 92 -
zoveel duizend gulden een boerenplaats in de Polder gekocht, de burgemeester is daar en daar geweest en is
met zoveel gulden aan strijkgeld thuisgekomen. Steeds wordt de burgemeester in financiële koopmansaange
legenheden genoemd. Hij is concurrent van velen en doet in mosselen en zeegras, in huizen, in alikruiken en
in wie weet wat meer. Dat maakt dat hij onmogelijk onpartijdig in zijn adviezen kan zijn, laat staan in
zijn handelingen. Immers, steeds moet hij rekening houden met zijn eigen portemonnee".
En dus is de conclusie van X in de Schager Courant duidelijk: "Peereboom is niet geschikt als burge
meester, want dan ben je in de eerste plaats aangewezen om de belangen van de burgers en het algemeen
belang voorop te stellen".
De Wieringer uitgever Corn. J. Bosker mengt zich in de discussie en noemt het optreden van "X"
laag bij de gronds en leugenachtig. Dan brandt X in een volgend ingezonden stuk pas goed los:
"Gij staat minder vrij in uw oordeel, want ik weet dat u voor uw bedrijf een houding moet aannemen welke
strijdt met uw innige overtuiging".
En hij besluit deze passage spottend: "Ik wens u deswege veel, heel veel drukwerk toe van de distributie
(—gemeente) en honderden bekendmakingen".
En leugenachtig? "Is het een leugen dat mej.A. Wigbout thee verkoopt tegen f 2,50 het pond?" (kennelijk
was dit een hoge prijs voor een distributieartikel)
"En is het leugenachtig dat Peereboom (i.c. handhaver van de distributieregels) ook van die thee heeft
gekocht? En als dat leugens zijn, waarom is mej. A. Wigbout voor dit smadelijk misbruik gestraft met
f 260,— boete of 50 dagen hechtenis?"
"Is het een leugen dat Peereboom slager Poppen persoonlijk heeft gewaarschuwd voor een a. s. vervoersver-
bod van slachtvarkens? Is het een leugen dat Poppen bij open tafel in het café van Bruul heeft gezegd
's avonds, dat hij weg moest om nog een stuk of tien varkens te slachten, omdat morgen het verbod kwam?'
"Is het een leugen dat de burgemeester van die varkens voor f 32,- vlees heeft gekocht? Niet om uit te delen
onder de minder gegoeden, zieken of kraamvrouwen, maar voor eigen gebruik, terwijl hij daardoor de over
treding uitlokte in plaats van die tegen te gaan?'
En over de verstrengeling van belangen op Wieringen:
"Bestaat bi] een onderzoek door de Rijkspolitie in de Wieringer varkenszaak gedaan, de waarborg dat de
verklaringen door getuigen afgelegd, de volle waarheid en niets dan de volle waarheid zijn als de slagers
familie zijn van de Rijksveldwachter en het hoofd van de gemeentepolitie één der kopers? Is het een leugen
dat de Wed. Koopman en de winkelier Omis zijn geverbaliseerd wegens verkoop van 15 pond en 6 pond
zeep zonder bon aan de burgemeester om het raadhuis schoon te maken? En aan wie danken de winkeliers
hun boete? Aan de burgemeester toch, want die had moeten beletten dat er zeep werd verkocht tegen de dis
tributievoorschriften in".
Tenslotte vraagt "X" aan Corn J. Bosker of hij ook een tiental dagen geleden gesmuld heeft van de
koe van S. Mulder die ziek was, bestemd was voor de "krengenslager", daarna voor de distributie
bij wijze van noodslachting in beslag is genomen en als "vers koevlees" de Wieringers voor 65 en 70
cent in de maag is gestopt.
"Kan men vertrouwen stellen in keurmeester J. Maars en in het beleid?"
"X" besluit kernachtig: "De heer Peereboom moest alleen koopman zijn gebleven, hij is niet geschikt als
burgemeester. Gezag is goed, doch alleen als het in waardige handen berust. Gis niet verder wie de inzender
is geweest, gissingen zijn veelal vergissingen. Het is après tout niet de vraag wie het zegt, maar enkel en
alleen of hetgeen gezegd wordt juist is".
Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 15e jaargang nr. 4 - 2003