- 67 - In 1893, dan is er al een georganiseerde brandweer op Wieringen, moeten de leden van de brand verzekering bij een brandmelding zo snel mogelijk erheen om maatregelen te treffen de brand te blussen en datgene te redden wat in hun vermogen was. Iedereen wel in zijn eigen gebied! Een begin van brand bij P. Engel in augustus 1895. De vrouw van P. Engel offerde een deken en wist zo de voortgang van de brand te stuiten. De schade was beneden de tien gulden en dan werd niet uitgekeerd. Maar de vrouw kreeg voor haar moeite 2,50. Een dramatisch verhaal is dat van S.A. Klein. Op 7 september 1899 verkeert zijn huis door hooi- broei in groot gevaar. Een groep arbeiders helpen de brand blussen en krijgen daarvoor uitbetaald van de verzekering. Dat varieert van ƒ5.- tot 1.-. De heer Klein is zo dankbaar dat hij de verze kering 25.- geeft voor de gemaakte kosten. Helaas, enige jaren later, in de nacht van 18 op 19 april 1903 wordt de boerenwoning van S.A. Klein geheel door brand vernietigd. De eigenaar komt in de vlammen om. Hij was verzekerd voor 4.000.-. Na aftrek van de kosten kregen de erfgenamen 3.850.uitgekeerd. Over de brandweer en het optreden ervan staat o.a. het volgende in de notulen van de brandverze kering: In 1900 vraagt de opperbrandmeester geld aan de verzekering om meer brandblusmiddelen aan te schaffen. Dat wordt niet toegekend, dat is een taak voor de gemeente. Op 15 juli 1908 verbrandt de boerenwoning en inboedel vanW. de Jongh. De spuitgasten hebben niets kunnen doen. Maar ter aanmoediging om bij voorkomende gelegenheden alles te doen wat mogelijk is, krijgen ze een gratificatie van 12,50, In 1927 vraagt meelmolenaar Jn. Lont van Zandburen of hij zich kan verzekeren bij een zg. molen verzekering. Als dat niet goed gevonden wordt, wil hij zijn verzekerde som graag verhogen. Het wordt wel goedgekeurd, want nog steeds geven molens een hoog risico. Op 6 mei 1944 verbrandt de molen "De Pool" op Zandburen. Eigenaar was Nicolaas Looze uit Zaandam. Over de 2e Wereldoorlog en bijkomende problemen wordt in de notulen met geen woord gerept. Pas op 13 juli 1945 staat er dat in de cellen van het waaggebouw spullen van de Duitse weermacht zijn opgeslagen. Die zijn verzekerd voor 15.000.-. Het blijkt "ontplofbaar" materiaal te zijn. Er zal met de gemeente besproken worden wat er moet gebeuren. Natuurlijk heeft de verzekering belangstelling voor de brandweer. Ze vragen in 1931 aan de ge meente om brandschellen in te richten, opdat de brandweer sneller ter plaatse is. Dat is er niet van gekomen. In 1934 vraagt de Burger Brandwaarborgverzekering of de brandweermannen telefo nisch kunnen worden opgeroepen. Gebeurt niet, te duur. Hooi- of peilijzer De gemeente heeft een hooi- of peilijzer aangeschaft. Iedereen die denkt dat er bij hem kans op hooibroei is, kan gebruik maken van dat ijzer. Dat is niet zo'n succes, want de thermometer die aan het ijzer zit, werkt lang niet altijd goed. En in sommige gevallen is het peilijzer niet voorhanden. Sommige gemeenten hebben hooistekers aangesteld, die in de tijd van hooibroei dagelijks langs komen. Er schijnt een regeling voor te zijn, maar bij de gemeente Wieringen is daar niets over bekend. De verzekering denkt erover zelf een ijzer aan te schaffen, dat door de leden gebruikt kan worden. In 1935 bespreken ze de aanschaf. Ze vragen een prijsopgave. In Amsterdam kost zo'n ijzer 22-, in Leeuwarden 18.50. De prijs valt tegen en het bestuur besluit voorlopig "nog niet tot aankoop over te gaan, want het hooi broeit niet, of heel weinig." Wel worden in 1939 10 brandblusapparaten aangeschaft. Deze apparaten worden op verschillende plaatsen op Wieringen geplaatst om bij brand onmiddellijk blusmateriaal aanwezig te hebben. Over het peilijzer wordt niet meer gesproken. Historische Vereniging Wieringen - "Op de Hoogte" - 15e jaargang nr. 3 - 2003

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Op de Hòògte - Wieringen | 2003 | | pagina 9