Na den brand
Het eerste bestuur, vanaf 24 januari
1886, was als volgt samengesteld:
Jacob Wagemaker, wethouder der ge
meente Wieringen en landman
Herman Dijkshoorn, koopman
Nan Dirksz. Lont, landman
Simon Tijsen, meester broodbakker
Jan Bais, postschipper en brievengaar
der.
Toegevoegd lid H. A. J. v/d Speek
Obreen, notaris.
Secretaris van de vereniging J. Bruul en
penningmeester C.M. Koorn.
Burgemeester Pieter Maats werd geko
zen als beschermheer.
Deze vereniging was dus opgericht om
de leden schade uit te keren na brand.
NIET uit den brand, maar
zich uit den brand werken ia
het voornemen van onderge-
teekende.
Hij hoopt daarbij op de
medewerking van zijn oude
clientèle. die hij zoo ruim
mocht ontvangen, en op die
van nieuwe klanten. De be
gunstiging wil hij zich weer
waardig, maken door accura
te en vlugge bediening
Om hieraan te voldoen
richtte hij een noodwerk-
plaats en winkel op tegeno
ver zijn vroeger perceel aan
de HOFSTRAAT.
Bij afwezigheid gelieve
men zich te wenden tot W.
D. v. TREUREN, Dijkstr. 6,
waar zekeringen, lampen,
enz
steeds verkrijgbaar zijn
Zich bij U aanbevelend
P. D. SPAANDER.
gedipl. electrocieu,.
DEN OEVER Wieringen.
Brand te Den Oever. In den nanacht van Za
terdag op Zondag stond omstreeks 4 uur het
woon- en winkelhuis van den heer P. D. Spaan
der (electro-technisch bureau) in lichte laaie.
Het huis werd achter bewoond door Swabedissen
waar de brand schijnt ontstaan te zijn, ofschoon
niet bekend hoe, en die de buren ging wekken.
Het vuur had inmiddels gretig voedsel gevon
den in verpakkingsartikelen en niets was meer
te redden. De geheele bevolking was dadelijk in
de weer, om zoolang de spuit van H.hoef nog niet
gearriveerd was met emmers water het belenden
de woonhuis van Poel te beschermen, dat zeer
van de hitte en vonkenregen had te lijden. Op 'n
gegeven oogenblik vatte zelfs de goot en dakhout
van dit gebouw ook vlam en met uiterste inspan
ning wist men het vuur, nadat 'n gat in dak was
gebrand, weer te doven. Jammer dat op de wa
terleiding heel weinig druk stond; daar had men
zoo niets aan. Toen de spuit ter plaatse was,
werd de zuigslang in zee gelegd; ander water
was niet te bereiken. Groote hoeveelheden wa
ter werden nu in de vlammenzee gespoten en
ook in het huis van Poel, waaruit inmiddels al
het huisraad was verwijderd. Gelukkig, want al
les in het huis werd door het zeewater bedorven.
Eindelijk was men 't vuur meester. Het woon-
en winkelhuis van de firma Spaander is echter
tot den grond afgebrand. Ook de groote voorraad
electrische artikelen werd een prooi der vlam
men. Het dak van het huis van Poel is gedeelte
lijk verbrand; ook het huis van Jb. Tijsen Sz. had
vuur en waterschade.
1930: Brand te Den Oever
Er werd eerst geld ingelegd zodat er kasgeld was en daarna
betaalden de leden voor het lidmaatschap.
Er staan veel interessante gegevens in deze notulenboeken.
Zo staat er dat de vereniging in 1889 de gemeente vraagt enige
brandmeesters over "het eijland" aan te stellen. Als er brand
gevaar zou zijn konden zij handelend optreden. Hieruit blijkt
wel dat het "brandwezen" van de gemeente in 1876 niet goed
werkt.
Wat opvalt in de notulen, is dat het verzekeren van molens
moeilijk is, vanwege het grote brandgevaar. De moleneigena
ren kunnen nooit de volle schade uitbetaald krijgen. Niet
meer dan 2/3 wordt uitgekeerd.
Als een lid brand had gehad meldde hij dat bij het bestuur.
Dan werden 2 bestuursleden aangewezen om te taxeren hoe
groot de schade was. Op 16 oktober 1890 is het huis van E.
Everts met inboedel, hooi, stro en granen verbrand. Hij was
verzekerd voor 1650,- en kreeg 1481,50 uitgekeerd. Dat
was een flinke aderlating voor deze verzekering maar de kas
kon het uitbetalen.
De bestuursleden letten er ook op dat de leden de schoorstenen nakeken voordat de kachels gezet
werden Een slecht verzorgde schoorsteen kon aftrek opleveren bij brandschade.
Na den brand
- 66 -
Historische Vereniging Wier ingen - "Op de Hoogte" - 15e jaargang nr. 3 - 2003